schedeldek het hoofd verliet. Men wist echter op het kant.bureau de juiste toe dracht niet. Oberstleut. v. Choltitz liet alle bureaux ontruimen en alle officieren en onderofficieren, alsmede de burgers uit de naaste omgeving, op het trottoir op stellen met de handen omhoog, terwijl aanstalten werden gemaakt, hen te execu teren. De Burgemeester van Rotterdam mocht echter vertrekken. Na ongeveer een uur, waarin een aantal officieren, niets vermoedende, zich op de commandopost kwamen melden, besloot de Oberstlt. v. Choltitz, geen verdere maatregelen te nemen. Intussen was een compagnie, die tegenover Overschie had gestaan, aldaar de wapenen had neergelegd en zich naar de kwartieren wilde begeven, gevangen genomen. Alle onderofficieren en soldaten, alsmede enkele officieren werden gevangen gezet in een kerk op het plein bij de cp. en later naar Feyenoord afgevoerd. In totaal zijn in de avond en nacht ongeveer 1500 man en een tiental officieren ten zuiden van de Maas in kerken en scholen gevangen gezet. Tengevolge van de brand, die het centrum van Rotterdam geheel verwoestte, was het een tijdlang niet mogelijk, de Maasbruggen te bereiken, met het gevolg, dat een deel der troepen de nacht heeft doorgebracht in het park. b. HET MAASFRONT OP 14 MEI 1940 De C. van het Vaartuigendepot, die (zie blz. 139) op 12 Mei reeds aan de Kant.C. had verzocht, zijn troepen te mogen terugnemen, had daarna met de D.E.V. getelefoneerd over verplaatsing van zijn staf naar 's-Gravenhage, daar het Vaar tuigendepot als zodanig niet meer kon functionneren. De D.E.V., die wist, dat de troependetachementen aan de verdediging van Rotterdam deelnamen en die de toestand te Rotterdam niet kon beoordelen, had in beginsel tegen de verplaatsing van de staf geen bezwaar gemaakt, de depot C. opgedragen, naar bevind van zaken te handelen, uitdrukkelijk bevolen, dat in de bevelvoering over de troependetache menten moest zijn voorzien en deze onder de bevelen van de Kant.C. moesten worden geplaatst. De depot C. had getracht, in persoonlijk telefonisch contact met de Kant.C. te treden over de inschakeling van het depot in de verdediging, hetgeen niet tot resultaat had geleid. Vervolgens zond hij een officier, die terugkwam met de mede deling, dat op de tot dusverre gevolgde voet moest worden doorgegaan. De depot C. nam echter in de vroege morgen van 13 Mei, te ongeveer 4.00, het besluit, met enige officieren van zijn staf naar 's-Gravenhage te gaan en koos zijn weg via Bleis- wijk. Vandaar telefoneerde hij met de chef van de staf van de D.E.V., die meende, 178

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 194