te kunnen medehelpen. Aangezien een langs komende auto met geweren was aan gehouden, konden deze marinemannen daarmede worden uitgerust. Toen op geen enkele wijze contact met de Kant.C. kon worden verkregen, werd eerst een motorordonnans, daarna een serg.maj. en een sergeant, per auto, naar C.-Vg.H. gezonden, met een schriftelijk bericht en verzoek om orders. Wederom werd d.m. van een burger per auto contact gezocht met de Kant.C., doch zonder resultaat. Tenslotte verzocht C.-II-R.J. aan C.-2-IV-10 R.I., die hij aantrof bij de Oude Dijk, met nog slechts een S. van zijn Comp., naar C.-Vg.H. te gaan, om nadere bevelen. Tevens werd contact met C.-II-32 R.I. verkregen, die van station Beurs was teruggetrokken. Geen der uitgezonden personen kwam terugde berichten omtrent het neerleg gen der wapens namen vastere vormen aan en vele militairen trokken ongeordend in N. richting. Te 19.30 besloot C.-II-R.J. ten slotte, met het overschot van zijn Bat. naar Gouda te marcheren, in de hoop, dat aan het O.front-Vg.H. nog tegenstand zou worden geboden. Bij Nieuwerkerk hoorde hij te 22.15 de Proclamatie van de O.L.Z., waaruit hij de zekerheid kreeg, dat Nederland had gecapituleerd. 15 Mei 2.30 ging hij te Reeuwijk tot legering over. C.-IV-15 R.I. had te 4.00 van C.-ll R.I. bevel ontvangen, zijn Bat. (voor zoveel aanwezig) marsvaardig te houden in alarmkwartieren. Te 8.00 had hij de sectie pag. van de Terbregscheweg naar de Z.rand v. d. Kralingsche Plas verplaatst, front zuid. Van het bombardement werd slechts enige materiële schade ondervonden. Toen contact met C.-ll R.I. niet kon worden verkregen, nam de B.C. verband op met de C. van de mariniers in de Mecklenburglaan, waar hij te 17.00 vernam, dat de wapens moesten worden neergelegd. Aangezien hij persoonlijk geen bevel ontving, verplaatste hij zijn Bat. naar de westzijde v/d Kralingsche Plas, nam contact op met de artillerie en trachtte verbinding te krijgen met het A.H.K. Toen ten slotte te 21.00 duidelijk werd, dat er inderdaad was gecapituleerd, heeft hij de wcpens doen neerleggen en deze overgedragen aan een Duitse officier. In de nacht werd het Bat. overgebracht naar de Mecklenburglaan en het IJsclub- terrein. Bij I-10R.A. sprong te 1.00 een projectiel (vermoedelijk een vliegtuigbom) in de nabijheid der le Bt., die geen schade veroorzaakte. Een uur later trof een projectiel de munitie bij het linker stuk. De 2 posten werden gedood. Nadat de brand geblust was met brandblusapparaten (afkomstig uit botenhuisjes), werd de Bt. tijdelijk ontruimd en in de vroege morgen weder bezet, nadat de gedemorali seerde bediening op haar verhaal was gekomen. 186

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 202