De aldaar het bevel voerende res. Ie luit. van le Sectie-M.C.-III21 R.I. was op een of andere wijze in het bezit gekomen van een kist handgranaten en verzocht de aanwezige mariniers, die hierin het beste geoefend waren, een stormaanval op de Glimfabriek te doen, met vuursteun van zw.mitrs., waartoe de mariniers zich bereid verklaarden. Vóórdat dit tot uitvoering kwam, ontving de luitenant bevel van C.-M.C., onmiddellijk op de spoorlijn terug te gaan en tevens de dijk Rotter dam-Schiedam af te sluiten, omdat een aanval uit de richting Schiedam werd gevreesd. Onder hevig vuur werd de terugtocht naar de spoorlijn uitgevoerd en op de weg naar Schiedam werd een barricade opgeworpen, die met een zw.mitr. werd bezet. Aan die spoorlijn is in de voormiddag tweemaal een bombardement ondergaan, waarbij een aantal huizen aan de Parallelweg tegenover station Schiedam werd geraakt. Het grote bombardement van Rotterdam raakte dit detachement niet. 's Avonds werd bericht ontvangen van de capitulatie, waarbij C.-M.C. bevel gaf, in de stellin gen te blijven, tot contact met de Duitsers op 15 Mei zou plaats hebben. Een Duits officier verklaarde op 15 Mei ,de sterkte veel groter te hebben gedacht en tevens, dat, indien het bombardement niet had plaats gehad, een aanval met /lammenwerpers in de nacht van 14/15 Mei zou zijn uitgevoerd. De vaandrig, C. der 2e Sectie, die 14 Mei te 18.30 naar de cp-B.C. op het telefoonkantoor was gezonden, vond deze cp. vernietigd. Op weg naar Kralingen, waarheen de B.C. zich had begeven, werd hij gevangen genomen. De luitenant der mariniers de Jong was intussen naar 's-Gravenhage ver trokken. Hij had 's morgens te 7.00 telef. contact opgenomen met C.-ll R.I., deze de toestand uiteengezet en medegedeeld dat hij overtuigd was, dat, indien slechts over pag. en paw. werd beschikt, de vijand uit Overschie kon worden verdreven. Volgens zijn verslag vond C.-ll R.I. goed, dat hij zich naar den Haag begaf, om pag. en paw. te halen, mits hij eerst zijn troep achter de spoorlijn terug haalde. Op de werf Gusto, waar luit. de Jong had getelefoneerd, deelde de Directie hem mede, opdracht te hebben ontvangen, een aantal modelstukken van de 10 Veld, die zich op de werf bevonden, naar 's-Gravenhage over te brengen. Luit. de Jong besloot toen, de twee zaken te combineren en zowel de bedoelde modelstukken naar 's-Gravenhage te brengen, als aldaar paw. en pag. te gaan vragen. Hij koos zijn weg door het Westland. Te 's-Gravenhage op het A.H.K. vernam hij, dat was gecapituleerd. Deze volijverige officier, die volgens getuigen zich zeer flink had gedragen en practisch geen nachtrust had gehad sedert 10 Mei, ging met deze handelwijze buiten zijn boekje. 189

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 205