Tegelijkertijd landde een sectie van 50 man van het Ille Bataljon van Fall- schirmregiment Nr. 1 onmiddellijk zuid van Rotterdam, zo dicht mogelijk tegen de stad. Deze sectie had de opdracht, ter versterking van de Comp., die op de Maas landde, door Rotterdam Zuid op te rukken en zich bij die Comp. ten noorden van de brug aan te sluiten. Na het bombardement van Waalhaven, tussen 4.00 en 5.00, zijn te 5.00 rondom het vliegveld afgesprongen de compagnieën van III-F.S.reg. 1, die zich meester maakten van het vliegveld. Gen. Student had er op gerekend, dat het nemen van het vliegveld, na het bom bardement, in ongeveer y2 uur tijd kon plaats hebben, hetgeen ook inderdaad gelukte. Hierna moest III-I.R.16 (van 22 Luftl. Div.) op het vliegveld met trans portvliegtuigen worden geland, om onmiddellijk door te stoten naar de bruggen. Dit landen nam ongeveer uur in beslag (5.306.00). Onmiddellijk hierna landde gen. Student zelf met zijn staf. Volgens hem was er door III-R.J. goed tegenstand geboden. Onmiddellijk na de landing begaf de Oberstleutnant v. Choltitz, de C. van III-I.R.16, zich per motorrijwiel met een kleine bedekking naar de Maasbruggen. Hier was toen (volgens gen. Student) de situatie als volgt: De C. van de op de Maas gelande compagnie meldde, dat hij zijn opdracht niet kon uitvoeren, aangezien hij onmiddellijk, althans zeer spoedig, op hevige tegen stand was gestoten. De Comp. was daarom teruggegaan, zodat slechts de 50 man van III-F.S.reg. 1 in een zeer klein bruggenhoofd enige huizen noord van de brug bezet hielden. Inmiddels rukte III-I.R.16 van Waalhaven op naar de brug, ten dele met in beslag genomen auto's, ten dele te voet, doch de opmars ging niet zo snel als men gedacht had; in de straten van Rotterdam hielden enige gevechten het bataljon op, dat daarbij nogal sterke verliezen leed. O.m. werden twee compagniescom mandanten gewond, die daardoor moesten uitvallen1). In afwijking van de oorspronkelijke opdracht werd nu aan Oberstlt. v. Choltitz de opdracht verstrekt, het Noordereiland te bezetten. Op het Noordereiland werd zeer veel hinder ondervonden van het vuur uit de richting van het Maasstation. Gen. Student had er bij zijn plannen op gerekend, dat te Rotterdam nagenoeg geen troepen aanwezig zouden zijn. 195 i) Zie Hoofdst. II onder c: gevechten van 2e Comp.intendancetroepen bi) de Joubertstraat, pe - soneel van III-R.J. gedurende de terugtocht op Rotterdam, de weerstand van 2-III-39 R.I. in de omgeving van het Afrikaanderplein en weerstand van personeel van Ille Zl. A. t.l.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 211