8 Mei werd afgelost door de 6e Comp. bewakingstroepen, die, met uitzondering
van een detachement op het P.T.T.kantoor te Maassluis, het P.T.T.gebouw te
Rotterdam bezette en, bestemd om te waken tegen aanslagen van een binnenlandse
vijand, de aanwijzingen van de politie moest volgen.
De Staat van Beleg had, voor wat Rotterdam betreft, het militair gezag in
handen van de O.L.Z. en de C.Vg.H. gelegd.
Op de werkzaamheid van de Politie heeft e.e.a., mede in verband met de wijze
van toepassing van de oorlogswet, geen invloed gehad.
Er was een mobilisatieorder uitgewerkt, volgens welke de paraatheid naar ge
lang der omstandigheden, geleidelijk kon worden opgevoerd.
Nadat reeds eerder, in verband met de weinige geoefendheid van een deel der
burgerwacht, geweren waren overgenomen, teneinde deze meer stootkracht te
geven, werd op 7 Mei opnieuw een 100-tal geweren M'95 van de burgerwacht
in de tijdelijke wapenkamer van de politie opgeslagen.
De gegevens, welke de Politie had, leidden er toe, dat de paraatheid op 7 en
8 Mei werd opgevoerd. Het piket van de Karabijnbrigade werd verdubbeld en
in de late avond van 7 Mei werd versterking van militairen aangevraagd, als
gevolg waarvan nog in de nacht het reeds genoemde detachement van Depot
genietroepen, onder bevel van een 2e luit., werd aangewezen, die belast met
de bewaking van P.T.T.gebouw Coolsingel en telefoonkantoor (Botersloot),
deze op 8 Mei overdroeg aan de 6e Comp. bewakingstroepen. Op 8 Mei werd
aangevangen met de inrichting van een loods aan de Merwedehaven voor opname
van geïnterneerden.
9 Mei werden zandzakken gevuld, waarmede reeds enkele ramen werden afge
schermd. Aangezien de politie niet toereikend was, werd met ingang van 9 Mei
de bewaking van het Electriciteitsbedrijf en de Waterleiding door de Burger
wacht overgenomen. Te 20.00 op 9 Mei verzamelde een piket van 20 man onder
commando van de C. van het Mobiele Vendel op het centraalbureau, dat van
daar werd vervoerd naar het complex Drinkwaterleiding, waar het de bewaking
overnam.
In de late avond van 9 Mei werd de H.C.v.P. door het Departement van Justitie
opgebeld ,met de mededeling, dat de toestand zeer critiek was, welke mededeling
geen wijziging in de reeds getroffen maatregelen noodzakelijk maakte.
Van 9/10 Mei waren op het centraalbureau behalve twee inspecteurs, een
piket van de Karabijnbrigade, zomede een piket van de Motorbrigade aanwezig,
terwijl de Burgerwacht gewapende wachten had aan het Raadhuis en het complex
Drinkwaterleiding.
Het P.T.T.kantoor (waar de C.-Lvd. kring Rotterdam-'s-Gravenhage zetelde)
en het Telefoonkantoor waren bezet door detachementen van de 6e Comp. be
wakingstroepen en op de stations bevonden zich stationswachten. In de nacht van
212