Agent v. Buuren trok ook zijn pistool, doch werd door Hordijk naar een
verderop landende rubberboot gezonden.
Kort daarna werd Hordijk neergeschoten door de mitrailleur uit het vliegtuig;
v. Buuren werd ontwapend en met de Ned. soldaat door een 40-tal Duitsers
medegevoerd naar de Boompjes. Bij de brug begaven de Duitsers zich daarover
naar de linker Maasoever, doch drie soldaten brachten de gevangenen naar het
Maashotel. Op weg daarheen stootten zij op de inspecteur 2e klasse K. P. Kuiper,
die op weg was naar de linker Maasoever. Hij vroeg aan v. Buuren, wat er aan de
hand was, waarop deze hem inlichtte. Een Duitse soldaat zeide hem toen, dat hij
maar mede moest gaan naar de luitenant, waarop de inspecteur zich op hem wierp
en er een worsteling ontstond, waarbij hij de Duitser op de grond wist te krijgen,
terwijl v. Buuren de tweede Duitser op de grond wierp.
De derde Duitser schoot daarop de inspecteur van achteren neer, waarop v.
Buuren zich eerst hield, alsof hij ook getroffen was, daarop opsprong, om zich
achter een tram te dekken, doch in borst en rechterhand werd geschoten. De in
specteur overleed spoedig en v. Buuren werd naar een ziekenhuis vervoerd.
Een agent van de Motorbrigade reed per auto, om drie agenten uit Vreewijk
te halen. Hij zag de watervliegtuigen op de Maas en een Duits soldaat op de hoek
van de Reederijstraat.
Hij reed door, haalde de 3 agenten op en reed met grote snelheid terug. In de
v/d Takstraat marcheerden Duitsers op, die hem niet hinderden, doch bij het begin
van de Willemsbrug bevonden zich Duitsers, in verspreide orde, die hem iets toe
schreeuwden. Hij reed door, doch werd midden op de brug aangehouden door 20
Duitse militairen, die zeer opgewonden waren. De agenten werden ontwapend en
naar de Boompjes gebracht. Onderweg moesten allen zich dekken tegen vuur van
de spoorbrug, daarna werden zij in het Maashotel opgesloten.
In de loop van de morgen werden aldaar een Ned. soldaat, een vrouw en twee
jongens binnen gebracht. De vrouw werd later los gelaten en schijnt de mariniers
te hebben ingelicht. Later op de dag zijn (zoals reeds werd beschreven) allen door
Ned. militairen bevrijd.
In de loop van de avond kreeg personeel van de Motorbrigade opdracht, om in
de stad auto's te vorderen en deze langs de N. oever van de Maas te plaatsen,
teneinde de kaden te verlichten met de koplampen. Deze politiemannen werden
dus daadwerkelijk in de krijgshandelingen ingeschakeld. De onderneming is echter
opgegeven.
Op de linker Maasoever kwam de politie in onmiddellijk contact met de Duitsers.
Van het bureau Charlois uit was de overval op Waalhaven waargenomen. Een
adj. inspecteur begaf zich met de majoor der politie F. Westerlaken op onderzoek.
Deze majoor v. politie is op Waalhaven gevallen door een handgranaat.
216