dat de Duitsers op 10 Mei onze grens zouden overschrijden. In de loop van de
avond en de nacht werd door verschillende grensposten een grote activiteit aan
de Duitse zijde van de grens gemeld (paardengetrappel, afladen van hout en ijzer).
In verband hiermede deed de T.B.F. de troepentreinen uit de O-lijn terug
voeren achter de Q-hjn en gelastte hij, de garnizoensmagazijnen te Assen en
Groningen te doen ontruimen.
Te 24.00 werd van de O.L.Z. het bevel:,Voor alle S.B.-troepen vanaf heden nacht
3.00 volledige strijdvaardigheid" ontvangen. Dit betekende, dat alle cpn. volledig
bezet moesten zijn, alle gevechtsopstellingen volledig moesten worden ingenomen
en alle slagsnoerleidingen en ontstekingsmiddelen moesten worden aangebracht.
De omstandigheid, dat sedert 7 Mei de troep reeds dagelijks in de gevechts
opstelling stond, was oorzaak, dat er een zekere vermoeidheid heerste.
e. VERNIELINGSVOORBEREIDINGEN, HINDERNISSEN,
MIJNENVELDEN EN INUNDATIES
Vernielingen waren voorbereid door het Bureau voorbereide vernielingen
van de genie en door de troepen zelf.
In het gebied van de grens tot en met de Q-lijn, in de F-lijn en ten Z. daarvan
waren in de voornaamste wegen de bruggen en andere belangrijke kunstwerken
ter vernieling voorbereid.
De troepen van de T.B.F. waren in de O-lijn en de Q-lijn gedeeltelijk opge
steld nabij die vernielingen, doch een deel dezer laatste werd slechts bewaakt
door bewakingsploegen (tevens springploegen).
In de A-lijn was de vernieling der bruggen opgedragen aan 12 C.Pn.
Voorts was de vernieling voorbereid van de haveninstallaties van Delfzijl en
de vliegvelden Eelde en Leeuwarden.
De vernielingen en versperringen waren genummerd (zie de genoemde bijlage
en schets/kaart) 3000 en hoger. De onregelmatige opvolging vond haar oorzaak in
latere uitbreidingen.
C.-l G.B. had in zijn vak nog voorbereid de vernieling van enkele niet in het
vernielingsplan voorkomende bruggen, die genummerd zijn van 1 t/m 10.
Van een deel der bruggen was voorbereid vernieling door brand, van een
ander deel onbruikbaar maken door pionier-technische middelen; het grootste
deel echter moest door springladingen worden vernield.
De punten, waar zich troepenopstellingen en voorbereide vernielingen bevonden,
werden objecten genoemd. Deze naam werd echter ook wel gebruikt voor voor
bereide vernielingen met bewakings-(spring) ploegen.
De troepen uit de O-lijn moesten bij het teruggaaan op de Q-lijn de tussen
14
(Zie Bijlage III en schets/kaart Nr. 3)