deze lijnen liggende vernielingen doen uitvoeren. In de Q-lijn waren de bruggen aangewezen, die door de troepen uit de O-lijn op hun terugtocht moesten worden gebruikt en waarvan het springen was uitgesteld totdat de troepen waren gepas seerd. Behalve vernielingen was ook een aantal hindernissen voorbereid in de vorm van VERHAKKINGEN en ASPERGEHINDERNISSEN. Mijnenvelden bevonden zich (voor zoveel nog bekend): ten Z., Z.O., N.O. en N. van Coevorden, bij het Coevorden-Vechtkanaal, N.O. van De Haandrik en op de kunstweg Nieuw SchoonebeekerveldBargerOosterveen (bij vern. 3051), dus slechts in het vak van 1 G.B. Zinkschepenversperringen waren voorbereid in de havens van Harlingen, Stavoren en Lemmer met het oog op het gebruik der havens als uitgangspunten voor een aanval op de Vesting Holland en te Delfzijl (in de haven en de Eemskanaal- sluis). In de haven van Delfzijl was tevens voorbereid het spannen van 5 staaldraad snaren tussen de hoofden en een zware staaldraadsperkabel, alsmede het vernielen van de lichttoren en van havenoutillages. In de spoorweg Nieuwe SchansGro ningen was een brug ter vernieling voorbereid, nl. de brug over het Buiskooldiep (472 km Z.W. van Nieuwe Schans). De brug bij Nieuwe Schans was opengedraaid, doch was op bevel van de O.L.Z. niet ter vernieling voorbereid. Inundaties In December 1939 was met machtiging van de O.L.Z. overgegaan tot het brengen (handhaven) van het water in de provinciale Friesche boezem tot 50 cm boven zomerpeil, waardoor het mogelijk zou zijn, de inundatie in de Merenlinie (lijn C) in enkele dagen te stellen. Op 10 April 1940 verzocht de T.B.F. aan de O.L.Z. machtiging om, zodra dit door hem noodzakelijk werd geacht, de inundatie in de Merenlinie te stellen en toestemming voor de uitgave van f 20 000 voor het maken van enige dammen, ter beperking van de schade door zeewater. De O.L.Z. antwoordde hierop, dat geen machtiging werd verleend voor het maken van de dammen, dat de T.B.F. eerst werd gemachtigd tot het doen stellen van een inundatie, nadat een vijandelijke aanval een feit geworden was en dat dus nog niet tot evacuatie van het inundatiegebied mocht worden overgegaan. Zoals uit Hoofdstuk V zal blijken, heeft de voorbereiding van de evacuatie van burger- bevoking uit dit gebied dientengevolge slechts in geheime besprekingen plaats gehad, zodat op 10 Mei veel moest worden geïmproviseerd. 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 30