Het is begrijpelijk, dat de O.L.Z., in verband met de uiterst geringe weerstand, die door de troepen van de T.B.F. kon worden geboden, de gevolgen van een langdurige inundatie, die ten slotte niet krachtig kon worden verdedigd, niet wenste te aanvaarden. Inundatie van de Merenlinie zou slechts dan nodig zijn geweest, indien vol doende troepen ter krachtige verdediging van die linie beschikbaar hadden kunnen worden gesteld en die verdediging reeds vóór de aanvang van de oorlog was voor bereid. De inundatie van de Wonsstelling was onafhankelijk gemaakt van Frieslands boezem. Uit een schrijven van de Commissaris der Koningin in Friesland dd. 19 April 1940 blijkt, dat in April de gemiddelde boezemstand werd gehandhaafd op ten minste 30 cm boven Frieslands zomerpeil. Dit had tengevolge, dat bij grote regen val of hevige wind het peil op meerdere plaatsen tot boven 40 cm F.Z.P. kon stijgen, waaruit belangrijke schade kon voortvloeien. (De gemiddelde stand in de laatste jaren was 15 a 20 cm F.Z.P.). De Commissaris v/d Koningin, die zich te recht ongerust maakte over de vraag, of de Merenlinie wel zou worden verdedigd, daar twee bataljons aan de T.B.F. waren ontnomen en geen verdedigingswerken werden aangelegd, verzocht aan de T.B.F., het boezempeil te mogen terugbrengen tot 25 cm F.Z.P., waartoe de T.B.F. toestemming gaf, telefonisch op 20 April en schriftelijk op 29 April 1940. f. VERBINDINGEN EN ALARMERING Radioverbinding In het gebied van de T.B.F. bevonden zich aanvankelijk drie vaste militaire radiostations, nl. te Groningen, Leeuwarden en Assen. Vóór 10 Mei 1940 is de radiodienst gereorganiseerd en werd alleen de radiopost Groningen ingeschakeld in het Landmacht-radionet ('s-Gravenhage I). De T.B.F. had de verplaatsing van zijn cp. van Groningen naar Norg voor bereid, doch de verbinding met de radiopost Groningen niet afdoende geregeld. Deze post was telefonisch verbonden met de Rabenhaupt-kazerne te Groningen, doch deze kazerne was op 10 Mei verlaten. Om niet opgehelderde redenen werd deze radiopost op 10 Mei bij het vertrek van de T.B.F. in bruikbare toestand achtergelaten en te 19.30 is daarvan door de bezettende troepen gebruik gemaakt, om een bericht in klare taal naar Den Helder over te seinen. Uit de redactie van dit bericht kon evenwel door het radiopersoneel van het A.H.K. onmiddellijk worden opgemaakt, dat het niet van Nederlandse zijde afkomstig was. Het materieel van de vaste radiopost Groningen was verouderd. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 31