omtrent het voorbijtrekken der Duitse colonnes. Daarna was de telefonische ver binding verbroken. Langs de weg Etsenrade-Raat is de vijand niet opgerukt. De sergeant, groeps commandant van de groep te Bingelrade, werd omstreeks 3.00 tijdens een pa trouillegang, waarbij op vijand werd gestoten, gewond. Kort daarvóór had hij een afdeling motorrijders waargenomen, die zich langs binnenwegen en dwars door het terrein verplaatsten. Door zijn verwonding, waarna hij door burgers ter ver pleging naar een zusterklooster werd gebracht, heeft hij dit niet kunnen melden 1). Zijn groep te Bingelrade is reeds omstreeks 3.00 door de vijand verrast en gevangen genomen. C.-3-I-37 R.I. heeft, na ontvangst van de melding omtrent de Duitse grens overschrijding bij Jabeek, getracht verbinding te krijgen met zijn overige sectie commandanten, waarin hij niet is geslaagd. Hij is vervolgens teruggegaan naar Nuth, waar hij, als oudste C.C. ter plaatse, omstreeks 5.00 het bevel overnam van C.-1-I-37 R.I. Intussen had C.-I-37 R.I. te Beek om 0.30 de volledige graad van strijdvaardigheid, ingaande 3.00 voor het gehele vak, gelast en tevens bevel gegeven voor de afmars van de trein van het eerste échelon naar Nuth, alwaar hij zich moest verenigen met de trein van het tweede échelon, waarna gezamenlijk moest worden afgemarcheerd via Schimmert naar Roten, Z.W. van Meersen. Om 1.00 gelastte hij de afmars van de trein van staf 1-37 R.I. naar Stein. Om 3.30, na ontvangst van de melding omtrent de vijandelijke overval bij Waubach, gaf hij opdracht aan C.-le Compagnie om alle voorbereide vernielingen onverwijld te doen uitvoeren. Dit is geschied. Kort daarna gelastte hij aan de commandant van het daartoe aangewezen vernielings detachement, de voorbereide vernieling van het S.B.B. (Staatsbetonbedrijf te Lut- terade) te doen uitvoeren. Door onopgehelderde oorzaak is deze vernieling niet volledig geschied. Omstreeks 3.45 passeerden langs de commandopost te Beek een twintigtal motorrijders met zijspan, die voor eigen troepen werden gehouden. Zij droegen Nederlandse uniformen en helmen en hadden oranjebanden om de arm. De motor rijwielen waren groen geschilderd en hadden oranjenummerborden. Zij volgden de straatweg naar Maastricht. Deze colonne is, zoals we reeds zagen, omstreeks 3.00 nabij Wintraken over de grens gekomen. Zij is de Nederlandse opstellingen bij Munstergeleen en aan de spoorwegovergang noordoost van Beek ongehinderd gepasseerd en bereikte, zoals wij later zullen zien, de hefsluis te Borgharen, waar zij ten slotte als vijand werd onderkend. Deze motorrijders zijn voorafgegaan aan een gemotoriseerde Duitse colonne 2), 24 1) Deze motorrijders zijn, zoals later is gebleken, over Wintraken naar Munstergeleen gereden, waar zij werden aangezien voor eigen troepen, temeer daar zij het wachtwoord kenden. 2) Vermoedelijk bestond deze colonne uit het gros van een Comp. van het Bat. z.b.V. Nr. 100.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 38