bereikte over het fabrieksterrein de opstellingsplaats van wacht Nr. 1 en trok, samen met het personeel van laatsgenoemde wacht, die nog geen gevechtsaanraking had gehad, terug in de richting van de St. Servaesbrug, die toen echter juist werd vernield. Daarop werd de Maasoever in zuidelijke richting gevolgd, totdat oever verwisseling met behulp van enige bootjes, bediend door burgers, slaagde. Omstreeks 6.30 was al het personeel ongedeerd west van de Maas aangekomen, alwaar het zich aansloot bij het zich daar bevindende personeel van het object Heugem, dat zich, zoals we zagen, reeds eerder daarheen had teruggetrokken onder bedreiging van pantserwagens, die langs de weg Heugem-Maastricht oprukten. Wacht Nr. 3 is omstreeks 6.00, op bevel van de C.C., over de Wilhelminabrug teruggetrokken zonder grondcontact met de vijand te hebben gehad. Wacht Nr. 4 is, eveneens zonder contact te hebben gehad, na het springen van de St. Servaesbrug, dus omstreeks 6.15, onder medeneming van de zware mitrail leur, teruggetrokken over de Wilhelminabrug. Deze brug werd onmiddellijk daarna vernield. De overige wachten zijn op overeenkomstige wijze, na ontvangen bevel van de C.C., omstreeks 6.00 van oever verwisseld zonder in gevecht te zijn geweest. Omstreeks 6.15 was dus de gehele oostelijke Maasoever bij Maastricht in Duitse handen. De vernieling der maasbruggen bij Maastricht en de gevechtsacties nabij St. Servaesbrug Overeenkomstig het daartoe van C.-13 G.B. ontvangen bevel was om 3.00 de volledige graad van strijdvaardigheid bereikt. Omstreeks 3.40 werd van C.-13 G.B. het bericht van grensoverschrijding ontvangen. C.-2-13 G.B., tevens C.-St. Servaesbrug, meldde de aanwezigheid van de Duitse pantserwagens in Wijk aan C.-13-G.B. en gaf tevens om 5.40 telefonisch bevel aan de wachten 2 en 6 terug te trekken, met opdracht dit bevel door te geven aan de andere wachten. (Alleen met 2 en 6 bestond telefonische verbinding). Intussen had hij zijn cp. op de brug doen ontruimen, onder medeneming van het telefoon toestel. Toen hij omstreeks 6.00 persoonlijk vijandelijke pantserwagens waarnam op de stationsstraat te Wijk, achtte hij het noodzakelijk tot brugvernieling over te gaan en verstrekte hij de opdracht daartoe aan de sergeant, commandant van de ver- nielingsploeg. Deze had om 5.15 de ijzeren overspanning van de brug springklaar gemaakt. Hij had daartoe het eerst in de avond van 9 Mei ontvangen uitloopslag- 45 DIE BRUGGEN (Zie ook afb. 5 en 6)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 59