HOOFDSTUK III
DE UITVOERING VAN DE TERUGTOCHT
a. T.B.F.
Hoewel uit de beschikbare gevechtsberichten blijkt, dat vóór het uitbreken van
de oorlog een zekere mate van voorbereiding voor een terugtocht heeft plaats gehad,
is, ook na ter zake gevoerde correspondentie, niet geheel duidelijk geworden, hoe
ver die voorbereiding was doorgevoerd.
Het staat wel vast, dat de B.Cn. bekend waren met de voor hun bataljonsvakken
geldende terugtochtsvakken of terugtochtswegen. De indruk bestaat, dat deze in
Groep Assen niet verder gingen dan de lijn A, terwijl in de Groep Groningen de
terugtocht tot de lijn C (Merenlinie) schijnt voorbereid geweest te zijn.
Voorbereidingen voor het stellen van inundaties in de Friese Merenlinie en
daarmede verband houdende evacuatie van de bevolking waren getroffen.
Uit de gevechtsberichten is gebleken, dat:
- C.-l G.B. een terugtochtsvak had tot de lijn A en tot die lijn oefeningen had
doen houden;
- C.-12 G.B. een plan voor de terugtocht, daterend van Januari 1940, gereed had;
- C.-Groep Groningen voorbereidingen heeft getroffen tot de lijn C.
In Hoofdstuk II sub a werd reeds medegedeeld, dat de T.B.F. te ongeveer 10.30
zijn bevel voor de terugtocht naar de Wonsstelling gaf. Voor zijn vertrek, nl. te
11.00, vernam hij nog, dat C.-12 G.B. zich naar de verzamelplaats van een zijner
colonnes begaf. Te 11.20 begaf hij zich naar Franeker.
Aldaar had hij telefonisch contact met de C. van de Stelling Den Helder, die van
de troepen van de T.B.F. een bataljon wenste ingezet te zien in de Wonsstelling.
C.-I-33 R.I., wiens bataljon de Wonsstelling had bezet, ontving dienovereen
komstig aanwijzingen van de Stellingcommandant. De T.B.F. ontving voorts
het bevel, zijn troepen te Wieringen en Wieringermeer te legeren met zijn staf te
Kolhorn.
Dit bevel was voor hem aanleiding, zich naar Pingjum te begeven. Na het vertrek
van de T.B.F. is op de nog bezette cp. te Norg de doorbreking tussen Meppel en
Hoogeveen gemeld, te 11.45 bericht ontvangen van het vertrek van C.-Groep
Assen en te 12.30, dat Duitse patrouilles bij Balkbrug waren en dat Noordsleen
en Sleen waren gevallen.
Uit contact met C.-1-II-33 R.I. te Hoogeveen bleek echter, dat deze nog op
zijn plaats was.
49
(Zie schets/kaart Nr. 6)