C.-Ile Luchtvaartgroep verscheen herhaaldelijk per auto, die na afloop van de strijd tal van kogelgaten vertoonde, bij zijn verschillende afdelingen, hetgeen niet naliet, een opwekkende invloed uit te oefenen. Tenslotte verdient in dit verband vermeld te worden dat een res. kapitein vlieger, ingedeeld bij de Staf van het Depot, in de morgen van 10 Mei met drie gevorderde burgerauto's naar Schiphol reed en vandaar 15 000 handgranaten naar Rotterdam bracht, daarbij in de omgeving van Oegstgeest met grote snelheid het onder vuur liggende gevechtsterrein passerende. Zoals uit het voorgaande blijkt, had het Depot der luchtstrijdkrachten derhalve in de morgen van 10 Mei, op initiatief van de commandant, in hoofdzaak de ver dediging van het westelijk deel van Rotterdam op zich genomen. Ook de volgende dagen kwam slechts weinig verband met de overige in de stad optredende troepen tot stand en bleef het Depot min of meer op zichzelf optreden. d. MAATREGELEN VAN DE COMMANDANT VAN HET VAARTUIGENDEPOT In het westelijk stadsgedeelte legerde, behalve het etappenbataljon (111-39 R.I.) en het Depot der luchtstrijdkrachten, nog het Vaartuigendepot Rotterdam onder bevel van een res. luitenant-kolonel van het Vrijwillig Landstormkorps Vaar- tuigendienst (V.L.S.IC.V.D.). Nadat in de vroege morgen het tot dit depot behorende detachement der Koninklijke Marine van geweermunitie was voorzien en de op de rustkamer be schikbare 6 lichte mitrailleurs waren ingedeeld, werd de verdediging van het terrein van de Rotterdamse Lloyd onder leiding van een luitenant ter zee der le kl. der K.M.Res. ter hand genomen. Deze splitste het detachement in twee gedeelten. Een afdeling van plm. 120 man met 2 lt. mitrs., onder een luitenant ter zee der 3e kl., bestemde hij voor de verdediging van de westelijke helft van het terrein, terwijl hijzelf met de overblijvende 180 man en 4 lt. mitrs. de ver dediging van de oostelijke helft van het terrein voor zijn rekening nam. Een kleine afdeling bleef in reserve. Een loopgraaf werd aangelegd, ter afsluiting van de toegangsweg tot het terrein, terwijl langs de Maas mitrailleurnesten werden ingericht, waartoe de betontegelbestrating langs de oever werd opgebroken en waarbij een op het terrein aanwezige grote hoeveelheid zand en zandzakken goede diensten bewees. Voorts werden het aan de Lloydkade liggende motorstoomschip „Baloeran" en de lichters in de Jobshaven bezet. Zoals eerder vermeld zijn 50 man van III-R.J., na het bombardement van Waal haven over de Maas uitgeweken en hebben deze zich aangesloten bij het Vaar tuigendepot. 50 (Zie schets/kaart Nr. 6)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 66