d. HAVENCOMMANDO DELFZIJL, DETACHEMENTEN
ZINKSCHEPENVERSPERRINGEN, SCHEEPVAARTAGENTSCHAPPEN
EN BEWAKINGSDETACHEMENTEN TELEFOONKANTOREN
De Havencommandant te Delfzijl ontving 4.25 bevel van de T.B.F., de Bt. 8 st.
te doen terugtrekken naar Harlingen.
Als gevolg hiervan deed de Bt.C. de vuurmonden onbruikbaar maken en vertrok
hij, met achterlating daarvan en van 113 brisantgranaten, te ongeveer 5.00 via
Harlingen en de Afsluitdijk naar zijn Depot.
Te 5.45 ontving de Havencommandant bevel, met de detachementen onderzoe-
kingsdienst, de mariniers, torpedisten en marinekustwacht naar Harlingen te gaan.
Hij nam van het douanevaartuig „A. Gogel" een mitrailleur mede en deed de
beide kanonnen van 3,7 cm, resp. van het douanevaartuig en van het onderzoe
kingsvaartuig, onbruikbaar maken.
De gevangen gezette bemanningen van Duitse koopvaardijschepen werden, bij
gebrek aan vervoermiddelen, vrij gelaten.
Te 6.30 verliet hij Delfzijl en trok hij via Middelstum in de richting Zoutkamp,
doch moest voor een vernielde brug bij Wirnsum terugkeren en via Bedum de
route naar Groningen nemen. Vrezende, dat hij in contact met de vijand zou komen,
verbrandde hij de aanwezige administratieve stukken.
Te Harlingen nam hij te ongeveer 12.30 het bevel over van de luitenant, C. van
het Versperringsdetachement torpedisten aldaar en zond hij die officier naar Sta
voren, om aldaar de versperring te doen uitvoeren.
De commandant van dat versperringsdetachement had juist van de T.B.F.
telefonisch bevel ontvangen, de haven te Harlingen te versperren.
Aangezien hij niet begreep, waarom hij werd afgelost, volgde hij onder protest
de order van de Havencommandant Delfzijl op. Deze laatste heeft de haven ver
sperd, doch hierna zal blijken, dat dit niet voldoende is uitgevoerd. Vervolgens
heeft hij zich naar Den Helder begeven en zich bij de Stellingcommandant gemeld.
Het Kustwachtdetachement Harlingen is echter, vermoedelijk op bevel van de
T.B.F., ingedeeld in de Wonsstelling.
De luitenant van de torpedisten begaf zich per autobus naar Stavoren, waar
hij te 14.45 de haven ontoegankelijk maakte. Hij ontving daarop opdracht van de
T.B.F., zich naar [de kop van de Afsluitdijk te begeven, nadat het Detachement
uit de Lemmer zou zijn aangesloten.
Telefonisch vernam hij echter, dat dit detachement over zee naar Stavoren
was vertrokken, (hetgeen niet het geval was). Hij liet een sergeant achter en begaf
zich naar de T.B.F., die hem naar Kolhorn zond.
Te Lemmer had het detachement, te zamen met de adjudant-onderofficier,
commandant van het Scheepvaartagentschap, de haven versperd, nadat de redding-
57