De Sectie Spoorwegdienst van de Etappen-Directie heeft daarop een trein in
gelegd, die de kampbevolking moest vervoeren van Hooghalen naar Leeuwarden.
Vandaar zou op de een of andere wijze vervoer naar het westen moeten plaats
hebben.
Reeds te kwart voor negen waren de laatsten der kampbevolking aan het station
Hooghalen aanwezig.
Ouden van dagen, zieken en kleine kinderen waren per kampauto vervoerd.
Bij aankomst te Leeuwarden bleek verder vervoer nog niet mogelijk en de vluch
telingen werden samengebracht in het Beursgebouw en daarna verdeeld over
particulieren en het Leeuwarder Ziekenhuis, terwijl een deel der vluchtelingen
op eigen gelegenheid naar familie of kennissen in west Nederland is vertrokken.
Na veel overleg met de Duitse autoriteiten zijn de vluchtelingen op 27 Mei
weder naar Westerbork teruggevoerd.
Friesland
In deze provincie was evacuatie nodig van die gebieden in de Merenlinie (lijn
C) waar inundaties zouden worden gesteld of op de accessen, waar gevechts
handelingen waren te verwachten.
De toestemming om te inunderen in geval van agressie was eerst kort vóór de
oorlog verleend en de daaruit voortvloeiende evacuaties mochten slechts in geheime
besprekingen door de C.A.B. met de erbij betrokken gemeente-besturen worden
voorbereid.
Dientengevolge was de voorbereiding niet voldoende uitgewerkt en moest veel
aan op het laatste ogenblik te treffen maatregelen worden overgelaten.
Het betrof hier niet slechts evacuatie van bevolking, doch ook van vee met alle
daaraan verbonden eigenaardige moeilijkheden.
Te 5.15 ontving de C.A.B. te Leeuwarden telefonisch bericht van Hoofd Sectie
V van de T.B.F., dat de inundaties zouden worden gesteld en de evacuaties, die
daarmede verband hielden, moesten worden uitgevoerd.
Als gevolg hiervan moest hij de burgemeesters van de gemeenten Kollumerland,
Dantumadeel, Tietjerksteradeel, Achtkarspelen, Smallingerland, Opsterland,
Heerenveen, Haskerland, Lemsterland en Weststellingwerf waarschuwen en op
dracht geven voor het doen uitvoeren van de voor hun zorg komende evacuaties.
Een bijkomende moeilijkheid was, dat men rekening moest houden met de
mogelijkheid van evacuaties uit N.Holland naar Friesland en dat de storing in het
telefoonverkeer het eerst tegen de avond mogelijk maakte, zekerheid te krijgen, dat
zulks niet het geval was.
Aangezien bleek, dat op spoorwegvervoer niet te rekenen viel voor verspreiding
van uit Holland aangevoerde bevolking, werden in overleg met de Rijksinspecteur
van het Verkeer 48 autobussen te en bij Leeuwarden verzameld, die zo nodig naar
64