70 Bijlage I OVERZICHT VAN DE BEWAPENING A. Bewapening der organieke onderdelen Organieke eenheden Lt. Zw. Mor Pag. 6 veld. 8 st. mitr. mitr. tieren 33 C.Mr 6 33 Bt. 6 veld 4 11-33 R.I 24 8 36 C.Mr 6 36 Bt. 6 veld 4 1-36 R.I 36 12 11-36 R.I 36 12 111-36 R.I. 6 3 1 G.B 24 6 3 4 12 G.B 24 6 4 1 Res.Gr.Comp 12 12 Res.Gr.Comp 12 5-1 Dep.Bat. 2) 12 9 Dep.Bat. 3) 10 3 2 Kustw.det. Delfzijl (Oterdum) 2 Kustw.det. Harlingen 2 Bt. Nr. 1-T.B.F 4 12 C.Pn 200 50 15 10 8 4 5 lt.mitrs. te Delfzijl, 1 It.mitr. te Uitwierde, 1 zw.mitr. te Oterdum, 2 zw.mitr. te Uitwierde. 111-36 R.I. was sedert April bij Brigade G. ingedeeld (Linge). 2) Het juiste aantal It. mitr. is niet met zekerheid bekend. 3) Er waren 6 lt.mitrs. op de vliegvelden en 4 lt. mitrs. bij le Depotcomp.bewakingstroepen (5-1 Dep.Bat.), afkomstig van 4-9 Dep.Bat. De 3 zw.mitr. (een sectie van 6-9 Dep.Bat.) waren ingedeeld te Sneek, Franeker en Emmen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1952 | | pagina 84