vonden, dat daardoor de uitvoering van de Duitse plannen ten opzichte van
het Albertkanaal in gevaar is gebracht.
Deze divisie toch overschreed reeds tussen 3.30 en 4.00 de grens tussen Kerkrade
en Vaals en bereikte niet voor 6.30 met de voorste afdelingen Wijk. De bruggen te
Maastricht waren toen reeds gesprongen.
Aan Nederlandse zijde was verwacht, dat de vertaging groter zou zijn geweest.
Zulks blijkt wel hieruit, dat men het mogelijk had geacht, nog troepen van
het eerste en tweede échelon terug te nemen op de westelijke Maasoever.
Van Duitse zijde wordt de ondervonden vertraging vooral toegeschreven aan
de wegversperringen, welke dwongen af te wijken van de opgedragen route, waar
door sommige onderdelen aan het dwalen geraakten en tijd verloren.
In het zeer ondiepe noordvak heeft de vijandelijke opmars uiteraard minder
vertraging ondervonden. Bovendien waren daar verschillende vernielingen niet
tijdig uitgevoerd.
De door de troepen van het eerste en tweede échelon geboden weerstand heeft,
zoals te verwachten was, niet veel oponthoud aan de vijand bezorgd. Daarvoor
was de opstelling te ijl en de bewapening onvoldoende. Men bestrijdt nu eenmaal
geen tanks met lichte mitrailleurs. Dat deze ongelijke strijd niettemin overeen
komstig de ontvangen opdracht op sommige plaatsen is aanvaard en enige tijd is
gevoerd, valt slechts te loven.
Daar staat tegenover, dat sommige groepen, tegen de ontvangen orders, haar
opstellingen hebben verlaten nog vóór de aankomst van de vijand en dat andere
zich ter plaatse overgaven zonder een schot te heb ben gelost.
Bij de beoordeling van dit laatste verschijnsel dient men zich goed in te denken
in de mentaliteit van vóór 10 Mei 1940, welke, mede als gevolg van Hitiers ver
klaringen dat onze neutraliteit zou worden ontzien, niet de zekere verwachting
van een Duitse aanval, in strijd met die verklaringen, inhield en die bovendien
werd beheerst door een groot minderwaardigheidsgevoel ten opzichte van het
Duitse leger.
Daarbij kwam dan nog het Duitse optreden in Nederlandse uniformen, een
middel, dat vóór 1940 als verachtelijk en in strijd met de oorlogsgebruiken gold.
Op dit optreden was de Nederlandse soldaat, niettegenstaande publicaties in de
bladen gedurende de mobilisatie over het smokkelen van Nederlandse uniformen
en de door de legerleiding gegeven waarschuwingen, toch niet voldoende ingesteld.
Dit is gebleken uit de onvoldoende techniek bij het aanhouden van verdachte
militairen, o.a. bij Roosteren.
In dit verband valt te prijzen het optreden tegen de in burgerkleding gestoken
Duitsers nabij Maastricht, waardoor de voorgenomen onderneming tegen de Maas
bruggen volkomen mislukte.
78