Aldaar bevonden zich tevens een res.Ie luitenant, C. van de zw. mitr. en een
vaandrig, C. van het pag.
De zw.mitr. van B.63 en B.66 stonden niet onder bevel van de Cn. der tirail
leursectiën, evenmin als de vuurmonden. De reserve-munitie was over de kaze
matten verdeeld; elke lt.mitr. had een kist met patronen, elke zw.mitr. 32 of meer
banden.
Er was slechts één telefoonverbinding, nl. van de C.C. naar de C. der le
(zuidelijke) Sectie. Bovendien was de C.C. verbonden met de B.C.
In het vak der compagnie was het veer te Kessel ter vernieling voorbereid;
hier waren drie korporaals der Ptr. aanwezig.
De compagnie had te 24.00 volledige graad van strijdvaardigheid.
Te 4.00 werd het vuurwerksein van de grenswacht Offenbeek waargenomen,
ten teken, dat de Duitsers de grens overschreden. Tegelijkertijd vernam de C.C.
van de B.C., dat ook bij Swalmen de grens was overschreden. Daarop is de veer
pont vernield en op dit ogenblik verkenden Duitse vliegtuigen op geringe hoogte
de Maas.
Omstreeks 5.00 bereikten de eerste Duitse troepen de Maas en te 5.30 was op
het gehele front van de compagnie het vuur geopend. Het zwaartepunt bleek bij
B. 63 te liggen, nabij de monding van de Tasbeek. Aldaar bevond zich een zwak
gedeelte in het vuurfront, daar op dit riviergedeelte slechts vuur werd gebracht
door S.62 op 500 m, S.64 en B.66 (op 700 m).
Spoedig werd artillerievuur afgegeven op het gehucht Veer en op de kazematten,
terwijl de vijandelijke infanterie met mitrailleurs en pag. een zeer goed gericht
vuur afgaf.
Het artillerievuur duurde enige uren, doch lag niet bijzonder goed.
Vermoedelijk zijn de overgangspogingen te ongeveer 7.00 begonnen, doch deze
werden aanvankelijk alle verijdeld. Koepel G.69 hield de veerweg zodanig onder
vuur, dat de vijand deze niet kon gebruiken en, van Leeuwen komende, naar het
Z. afboog.
De luitenant, C. van de zw.mitr., had zich met toestemming van de C.C. uit
diens cp. begeven naar de s.p.o. nabij kazemat B.66, daar hij steeds van oordeel was
geweest, dat de overgang zou plaats hebben in het door deze zw.mitr. bestreken vak.
Nadat de kazemat hevig, doch zonder resultaat, was bevuurd door artillerie,
pag. en mitrs, had de eerste overgangspoging plaats.
Het koelbloedig optreden van de stuks C. was oorzaak, dat alle pogingen van de
vijand, de rivier te overschrijden tegenover B. 63, faalden. Hij wachtte telkens tot
het overzetten was aangevangen en legde dan zijn vuur op de boten en de wal.
Telkens werden de te water gelaten rubberbootjes vernietigd met grote ver
liezen voor de vijand en het voorbeeld van deze kazemat werkte aanstekelijk op de
andere bezettingen.
84