Na een vuurpauze werd er ten slotte door de Duitsers alles op gezet, deze kaze mat tot zwijgen te brengen, hetgeen te 12.30 gelukte, toen een voltreffer van 3,7 cm het stuk zodanig trof, dat de loop haaks op de doos stond. De mitrailleur had 15 banden verschoten. In de andere kazematten was het verloop als volgt: Op de zuidelijke sectie was enige uren artillerievuur gebracht en de na 10.00 ondernomen kleine overgangspogingen waren afgeslagen. Na 9.15 had de sectie C. geen teken van leven meer gehoord bij de aangrenzende sectie van de 2e Comp. en de vuursteun van kazemat G. 54 ontbeerd, zodat S.56 van zijn sectie zowel frontaal als in Z.richting moest vuren. Uit de richting Musschenberg werd vuur ontvangen. De sectie C. besloot te 12.00, toen hij geen verbinding met de C.C. kon krijgen, terug te gaan. In het vak der 2e Sectie is artillerie en mitrailleurvuur ontvangen, welk laatste is beantwoord, doch overgangspogingen zijn hier niet gedaan. De mitr. in G.6I werd door vuur vernield, waarbij de schutter sneuvelde. De mitrailleur in G.60 haperde omstreeks 11.00 en bleek niet meer te herstellen; G.59 bleef intact. Het stuk pag. stelde een Duitse patrouille buiten gevecht, doch te 11.30 berichtte de sectie C., dat het stuk onklaar was en dat vele dode en gewonde Duitsers aan de overkant lagen. In de kazematten S.62 en G.65 werden de mitrailleurs resp. te 7.30 en 9.30, vóórdat de overgangspogingen begonnen, buiten gevecht gesteld door artillerie vuur. De kazemat G.65, die stroomafwaarts vuurde, had weinig doelen en was te 12.00 nog intact. Uit B.63, die stroomafwaarts vuurde, kon de overgangspoging niet worden waargenomen; de weg van Leeuwen naar het veer werd bevuurd en de mitrailleur bleef intact. Van S.76 werd te omstreeks 11.00 de mitrailleur door een voltreffer vernield, waarbij de groeps C. zwaar, de helper licht werd gewond. In kazemat B.68 zijn geen doelen waargenomen en werd niet gevuurd; de mitrailleur bleef intact. In G. 67 werd de lt.mitr. omstreeks 11.00 buiten gevecht gesteld en de schutter licht gewond; de groeps C. zette de strijd met de geweren voort. Het stuk pag. nabij het veer heeft geen doelen gehad, terwijl het stuk 8 st. bij het vuren onbruikbaar is geworden. Bij de noordelijke sectie vuurde de mitr. van G.70 in het nevenvak en verijdelde een poging tot overgang in dat vak, terwijl, zoals reeds is medegedeeld, G.69 de veerweg onder vuur hield. Beide stukken waren te 12.00 zonder verliezen nog in actie. Volgens de gevechtsberichten zou bij deze sectie zijn vastgesteld, dat de vijand 86

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 104