was tot 8 Mei in zijn commando vervangen door de 2e luitenant, die als enige officier bij de compagnie aanwezig was. Op 8 Mei was een kapitein bij de 3e Comp. geplaatst, die op 10 Mei echter nog niet was ingewerkt. Ten O. van de Maas had de le Comp. vooruit de barricadesectie, onder bevel van een sergeant-majoor, welke bestond uit: 3 grenswachten, geplaatst resp. op de wegen naar Kaldenkirchen, Herongen en Straelen; verhakkingsploegen 1511 en 1512 op de weg naar Kaldenkirchen en 1517 op de weg naar Straelen; versper- ringsploegen bij de aspergeversperringen 1505 en 1506 op de weg naar Straelen en het klooster ten W. daarvan, 1507 bij Genray, 1508 op de weg naar Herongen, 1509 op de Schaapsdijk, 1510 bij Stalberg. De grenswachten en verhakkings- en versperringsploegen waren telefonisch verbonden met de centrale van het gebouw der politietroepen ten W. van de Maas brug. Op het vliegterrein ten O. van Venlo bevond zich een verniehngsploeg. De 2e Comp. had ten O. van de Maas de verhakkingsploegen 1514 op de weg van Tegelen naar de grens en 1515 op de weg van Belfeld naar de grens. De laatste kon berichten doorgeven op een telefoonpost te Belfeld. Beide ploegen werden in de nacht van 9/10 Mei voorzien van postduiven, die hun hok hadden in Baarlo, waar de cp. van de C.C. was gevestigd. De spoorbrug en verkeersbrug te Venlo waren op soortgelijke wijze bewaakt en versperd als die te Roermond. Spoorweg- en draaihekken, aspergeversperringen, friese ruiters en een slagboom konden de bruggen afsluiten, die op de O. en de W.oever werden bewaakt door een wacht, onderling telefonisch verbonden en tevens met de det.C. der Ptr., met de rivierkazematten en met C.-le Comp. via de telefooncentrale der politietroepen, die weder aansluiting gaf op de militaire centraalpost te Blerick. Via deze centraalpost kon door de P.T.T. verbindingen aansluiting met de grenswachten en verhakkings- en versperringsploegen worden verkregen. Voor zoveel de P.T.T.-centrale Venlo hierin een rol speelde, waren de verbindingen kwetsbaar, daar de kabels over de brug liepen. Met de bewaking en vernieling van de bruggen was het detachement politie troepen belast, dat tevens de kanonnen in de rivierkazematten moest bedienen. De bewaking was echter uitgebreid met personeel van 4-2 G.B., dat bij ver hoogde strijdvaardigheid een sterkte bereikte van 1 officier of vaandrig, 4 onder officieren, 8 korporaals en 48 soldaten. De ontsteking van de lading op de brug was hier reeds gemoderniseerd en moest langs electrische weg plaats hebben uit rivierkazemat-zuid. C.-le Comp. had de verantwoordelijkheid voor de bewakingsmaatregelen. Bij het station Venlo waren maatregelen getroffen, dat een over de grens komende trein naar een openstaande draaischijf werd geleid. Op het vak van dit bataljon had de aanval plaats door het noordelijke regiment 90

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 108