2 onderofficieren en 3 man; 2 pioniers konden de tegenoverliggende oever be
reiken, werden gewond en kwamen eerst bij duisternis over de Maas terug.
De tweede aanvalsgroep op rijwielen (Oberlt. Franken) bereikte dicht achter
luitenant Hertel na het breken van geringe weerstand de brug en bezette de
W.rand van Venlo.
De derde aanvalsgroep werd gevormd door het gros van III/I.R.234 onder
Hauptmann Hildesheim en werd per (pantser) trein vervoerd. Zij werd door
hevig vuur gedwongen tot ontijdig verlaten van de spoortrein, waarna het station in
hevige strijd werd genomen. Verder rijden naar de brug was niet mogelijk, daar de
wissels versteld waren. Pogingen van III/I.R.234, bij Venlo over de rivier te gaan,
verhinderde de vijand door vuur uit bunkers en open stellingen in de oostrand
van Blerick.
Er blijkt uit dit verslag niet, dat de groep van luitenant Hertel gekleed was in
Nederlandse uniform, zoals de commandant van rivierkazemat-zuid verklaart.
De mogelijkheid, dat de Duitse uniform voor Nederlandse werd aangezien,
bestaat dus. Vermoedelijk is ook, gezien het verslag van die kazematcommandant,
onjuist, dat luitenant Hertel onder vuur de brug opstormde.
Omtrent het tijdstip van springen van de brug bestaat een verschil van 13
minuten met de Nederlandse gegevens.
Te 5.35 (3.55 Ned. tijd) overschreed I.R.234 (zonder III) met zijn spits de
Nederlandse grens op de weg StraelenVenlo met de opdracht, het Ille Bataljon
te gaan steunen. Indien de Handstreich zou zijn gelukt, zou het regiment on
middellijk over de Maas zijn gezonden.
1-2 G.B.
De compagnie, versterkt met 6 zw.mitr. (waarvan twee in de rivierkazematten),
2 kanonnen van 5,5 cm (in de rivierkazematten), een sectie mr., een detachement
politietroepen en een detachement torpedisten, stond als volgt opgesteld (van Z.
naar N.):
97
Onder bevel van een
Kazematten en s.p.o.
Bewapening
Sergeant
Res. Ie luitenant (vervangen
door een sergeant)
Sergeant-majoor-instructeur
Sergeant-majoor-Ptr
Vaandrig
Vaandrig
G.121, G.122
B.123, B.125
B.124
G.126, B.127
Rivierkazematten- zuid en
noord
G.128, G.175
G.129, G.130, G.131
1 lt.mitr., 1 zw.mitr.
2 lt.mitr.
1 zw.mitr.
1 lt.mitr., 1 zw.mitr. (boven
dien 1 zw.mitr. der torp.)
2 kanonnen v. 5,5 cm en 2 zw.
mitr.
1 lt.mitr., 1 zw.mitr.
3 lt.mitr.