Daarop redde de sergeant met zijn helper in een bootje 2 gewonde Duitse soldaten, die om hulp roepend aan een gummiboot hingen. Vervolgens werd hem door een Obergefreite bevolen, de beide gewonden naar de overzijde te brengen, doch de gewonden weigerden. De Obergefreite nam nu in het bootje plaats en gelastte hen, naar de overzijde te roeien, om een hospitaal soldaat te halen. Midden op de rivier werd het bootje bevuurd van Nederlandse zijde. De sergeant en zijn helper werden gewond en beiden sprongen te water, welk voorbeeld door de Duitser werd gevolgd, nadat hij zijn uitrusting had uitgedaan. Deze Gefreite kreeg een schot door het hoofd en zonk. De sergeant zwom naar de overkant en de soldaat, die niet zwemmen kon, wist zich vast te houden aan het bootje en bereikte op deze wijze eveneens de oostelijke Maasoever, nadat hij eerst nog een schot in zijn duim had ontvangen. Beiden werden door leden van het Rode Kruis naar het ziekenhuis vervoerd. De sectie C. had uit zijn opstelling waargenomen, dat een Duitser, op kaz. G.121 staande, trachtte met een pikhouweel de mitrailleur stuk te slaan. Toen er op hem werd geschoten, rende hij naar de Maas en roeide met enige kornuiten naar de overzijde. Dit alles heeft zich afgespeeld in het laatst van de namiddag. Er kwam daarop een briefje vertraagd bij G. 121, afkomstig uit Baarlo, waarin het terugtrekken van de 2e Comp. werd gemeld. Daarop is de sectie C. met zijn mannen naar de cp. van de C.C. gegaan, waar hij, na onderweg bevuurd te zijn, aankwam, doch de cp. ver laten vond. Zij zijn ten slotte bij Maasbree op Duitsers gestoten en hebben zich bij de boeren weten te verbergen. De sectie, bestaande uit de kazematten B.123, B.124 en B.125 is wel bevuurd, doch in dat riviervak zijn geen overgangspogingen gedaan. In de late namiddag zijn de kazematten door Duitsers overrompeld en de bezettingen gevangen genomen. De vaandrig sectie C., hoorde luid geschreeuw, ging kijken en zag een troep Nederlandse soldaten met de handen omhoog en de Duitsers er achter. Hij wist te ontkomen en heeft na een avontuurlijke tocht de Vg.Holland bereikt. Bij de volgende sectie, de laatste ten Z. van de brug, heeft de sergeant-majoor sectie C. geen contact met zijn C.C. gehad, daar hij niet wist, dat diens cp. was verplaatst. Spoedig na aankomst aan de Maas hadden de Duitsers zich genesteld in huizen te Venlo en aan de weg naar Tegelen waaruit zij met mitrailleurs en mortieren de kazematten en andere gevechtsopstellingen bevuurden, zonder dat zij de Maas konden bereiken. De Vickers mitrailleur van de pontonniers deed zeer goed werk. De sergeant der pontonniers bestreek hiermede het open terrein ten Z. van Venlo, zodat aanvallen, die werden beproefd, mislukten. Artillerievuur werd ontvangen te 5.00, 7.00 en 10.30, waarbij enige huizen in brand werden geschoten. 100

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 118