Te 11.30 deed de vijand een laatste poging, de rivier te bereiken, die wederom mislukte. Tot ongeveer 18.00 werd daarop slechts nu en dan van weerszijden gevuurd; toen zweeg het vuur en kon de sectie C. voor eten zorgen. De sergeant der torpedisten, die te 19.00 in Blerick een bericht bracht aan de sergeant-majoor sectie C., die zich daarheen had verplaatst, viel onderweg in handen van een Duitse patrouille, doch de sergeant-majoor, de bezettingen van de twee kazematten en de torpedisten werden eerst de volgende morgen gevangen genomen. Het hevigste vuurgevecht is geleverd bij en ten N. van de bruggen door de aldaar geplaatste twee sectiën, de rivierkazematten en de sectie mortieren in de kazerne. De vijand had zich in de huizen genesteld, had artillerie en pag. opgesteld en bevuurde in het bijzonder in de voormiddag de kazematten. Omstreeks het middaguur x) staakte de vijand het vuur ten Z. van de Maasbrug. De vaandrig, C. van de sectie onmiddellijk N. van de brug, ontving te ongeveer 14.00 bevel van zijn C.C., terug te trekken langs de spoorweg naar Horst, waar verondersteld werd, een trein gereed te staan voor verder vervoer. Hij vertrok met zijn sectie, doch heeft zijn N.buurman niet gewaarschuwd. Onderweg vernam hij, dat zich te Horst grote troepen Duitsers bevonden. Hij verborg zich bij de boeren, zijn troep raakte verspreid en de vaandrig viel twee dagen later in handen van de Duitsers. De meest noordelijke sectie weerde zich zeer goed, doch stond bloot aan hevig mitrailleur- en kanonvuur. Het vuur van de vijand was begonnen, onmiddellijk nadat in de morgen een versperringsploeg met een bootje van de oost- naar de westoever was overgekomen, welke ploeg de sectie opstellingen had versterkt, die daardoor overvol waren geworden; bij het eerste Duitse vuur was een sergeant gesneuveld. De Duitsers verplaatsten hun wapens voortdurend en hun artillerieopstellingen waren niet te bereiken. Op de vijandelijke infanterie werd echter bij herhaling goede uitwerking waargenomen, evenals op voertuigen, die zich vertoonden en waarvan de bemanning tot haastig dekking zoeken werd gedwongen. Geleidelijk was de gehele huizenrij aan de kade door Duitsers bezet, evenals het villapark tegenover de sectie en uit alle mogelijke dekkingen werd gevuurd. Nadat een verkenningsvliegtuig boven de sectie een seinpatroon had afgeschoten tussen G.129 en G.130, volgde een artillerie beschieting, waardoor de mitrailleur in kazemat G.129 werd vernield en een man werd gewond. Kazemat G.131 en de bijbehorende opstellingen werden daarna zo hevig bevuurd, dat de mannen niet meer in staat waren, vuur uit te brengen. Van G.131 vloog 102 1) De overgang tussen Belfeld en Reuver was toen in volle gang en na het oprollen van de meer noordelijk gelegen kazematten werd een pontonbrug geslagen bij Steijl. Bovendien was de rivier geforceerd bij Grubbenvorst ten N. van Venlo.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 120