de houten camouflage in brand; daarna werd de mitrailleur vernield en de be diening verliet haar, waarbij de schutter sneuvelde. G.130 werd omstreeks 14.30 doorboord door een projectiel van 8,8 cm, dat de gietstalen koepel loodrecht trof en waarbij de schutter en helper sneuvelden. Alle drie mitrailleurs waren dus vernield, doch met de geweren werd de strijd nog tot de duisternis voortgezet en daarna staakte het vuren van weerszijden. De vaandrig bemoedigde zijn mannen en overtuigde zich, dat zijn sectie in de verschillende opstellingen nog gevechtsvaardig was. Daarna begaf hij zich met een gewonde naar de cp. van de C.C., die hij nog onmiddellijk achter zijn sectie in de kazerne vermoedde. Tot zijn verbazing bleken aldaar gewonde Duitsers aanwezig te zijn en ontdekte hij, dat ook de neven sectie was vertrokken. Hij besloot nu, gebruik makende van de duisternis, op de Peel-Raamstelling terug te trekken en gaf aan zijn mannen een verzamelpunt op, dat verkeerd schijnt te zijn begrepen door een der onderofficieren, die met zijn troepje doortrok, in een gevecht met een wielrijderspatrouille werd gewikkeld en sneuvelde, waarna zijn mannen werden gevangen genomen. De vaandrig begaf zich met de overigen naar Baarlo, toen hij van een burger hoorde, dat de vijand eerst kort te voren over de rivier was gekomen. Hij wilde zich melden bij de B.C., doch viel in handen der Duitsers. De rivierkazematten-zuid en -noord waren uit den aard der zaak na het springen van de bruggen onmiddellijk in de strijd betrokken. Kazemat-zuid had aanvan kelijk geen schootsveld, daar de stalen deuren op de O.oever waren dichtgeslagen. Nadat het met pantsergranaten niet was gelukt, deze open te schieten, gelukte het wel met brisant-granaten, waarna het schootsveld vrij was. De kazemat heeft ongeveer 100 projectielen met het kanon en 15 banden met de zw.mitr. verschoten. Bovendien gelukte het via de groeps, C., die zich in het gebouw der politietroepen bevond, doelen op te geven aan de sectie mortieren op het kazerneterrein, die daarop zeer goed vuur heeft afgegeven, dat door aanwijzingen uit kazematten-noord en -zuid werd gecorrigeerd. De kazemat C. ontving van zijn groeps C. als laatste bevel „stand houden". Na het invallen van de duisternis gebeurde er niets bijzonders meer, totdat in de vroege morgen van 11 Mei de bezetting plotseling door een Duits officier werd gesommeerd, zich over te geven, met de bedreiging, dat de kazemat zou worden opgeblazen; hierna volgde gevangenneming. Rivierkazemat-noord lag meer blootgesteld en ontving veel vuur op de schiet gaten. Te 11.40 kreeg het kanon, na ongeveer 80 projectielen te hebben verschoten, een voltreffer, waardoor de loop scheurde. Gedurende de gehele nacht is ook in deze kazemat de bezetting op haar post ge bleven en bij het krieken van de dag op 11 Mei volgde overgave aan een Duitse majoor. De groeps C. der Ptr. die na de verplaatsing van de cp. van C.-1-2 G.B. met 104

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 122