156 liggen. Aangezien de bunkers zeer laag aan de oever zijn aangelegd, is de waar nemingsmogelijkheid voor de Afdeling moeilijk. Verloop van de namiddag: Het bevel van de D.C. aan I.R.234, bij Venlo de overgang over de Maas te forceren, heeft tot gevolg, dat de drie Bats. van het regiment naar Venlo zijn ge zonden en hier in afweervuur van de westoever van de Maas blijven liggen. Het Reg. (bedoeld is de R.C.) beveelt zelfs het zich inrichten ter verdediging, aangezien, ondanks de ondersteuning door III en IV/A.R.156, die de C.-A.R.156 persoonlijk leidt, iedere overgangspoging mislukt. Het Reg. beveelt maatregelen ter beveiliging van de stad. De Burgemeester ontvangt bevelen voor het gedrag der bevolking. Op initiatief van C.-A.R.156 worden verkenningen aan de Maas ten N. van Venlo uitgevoerd met als resultaat, dat een overgang 1,5 km ten N. van Venlo x) zonder vijandelijke weerstand mogelijk is. I.R.234 ontvangt daarom te 17.30 (15.50 Ned. tijd) een bevel, de Maas tussen Velden en Venlo te overschrijden. Hierop wordt het regiment uit elkaar getrokken. De Reg. staf gaat van Venlo naar Golten- hof, het Ie Bat. bereikt Genouskapel, om van daaruit nog in de avond over de Maas te trekken; het He Bat. wordt aan de N.O.uitgang van Venlo verzameld; het Ille Bat. blijft te Venlo. Te 20.30 (18.50 Ned. tijd) komt de D.C. nogmaals bij de cp. van het regiment en beveelt, nog op 10 Mei met een Bat. de Maas te overschrijden. Te 21.00 (1.20 Ned. tijd) nemen de aan de Maas vooruitgeschoven beveiligingstroepen van het Ie Bat. waar, dat de Hollanders hun bunkers ten N. van Venlo ontruimen. Te 21.20 (19.40 Ned. tijd) begint het overzetten zonder vijandelijke weerstand. Daar de D.C. te 18.00 (16.20 Ned. tijd) tot de conclusie was gekomen, dat I.R. 234 op 10 Mei Blerick niet meer zou bereiken, had hij bevel gegeven, dat II/I.R. 192, dat als laatste bataljon van dat regiment de Maas ten N. van Venlo, bij Velden, had overschreden 2), na het overzetten op de westoever van het N. uit naar Blerick moest oprukken en dit van vijand zuiveren. Het Bat. stootte op de weg GrubbenvorstBlerick op een uitgebreide ver sperring, die het zolang ophield, dat het eerst te 23.45 (22.05 Ned. tijd) met zwakke troepen Blerick bereikte. Intussen waren, zoals uit het dagboek blijkt, I en III/I.R. 192 in de loop van de morgen erin geslaagd, de Maas bij Velden te overschrijden, waarna zij opdracht hadden ontvangen, op te rukken naar Maasbree, dat resp. te 15.00 (13.20 Ned. tijd) 106 In het vak van 2-III-26 R.I. 2) Zie hierna bij het Maasvak van 111-26 R.I.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 124