en 16.00 (14.20 Ned. tijd) werd bereikt, vanwaar zij verder oprukten naar de om
geving van Beringen en Panningen J).
Uit het vorenstaande volgt, dat, al had men hier met een weinig doortastende
Duitse regimentscommandant te doen, 1-2 G.B. dan toch maar tot de avond van
de 10e Mei een Duits regiment infanterie, versterkt met twee Afdelingen artillerie
belet heeft, de Maas te overschrijden, een resultaat, dat voortreffelijk kan worden
genoemd.
Gebeurtenissen in het overige deel van het vak van 2 G.B.
De 2e Comp. bevond zich voor een klein deel (3 kazematten) nog in het aanvals-
vak der Duitse 56e Divisie, doch overigens, evenals de 3e Comp., in het aanvalsvak
der Duitse 30e Divisie.
Omtrent deze Divisie, welke aanviel tussen Tegelen (niet inb.) en Neer
(in het vak van 111-41 R.I.), zijn weinig gegevens van Duitse zijde bekend,
zodat hier vrijwel uitsluitend op de Nederlandse gegevens moet worden afgegaan.
Het verloop van de strijd was volgens die gegevens, zoals hierna beschreven.
3-2 G.B.
De compagnie, versterkt met een zw.mitr. en een stuk 6 veld, was als volgt
ingedeeld:
De cp. van de C.C. bevond zich nabij de driesprong bij kp. 63.8 aan de kunstweg
NeerBaarlo.
Aangezien de kapitein eerst op 8 Mei het commando had overgenomen, behield
hij de enige luitenant van de compagnie bij zich in de cp., zodat er geen enkel
officier aan de Maas aanwezig was.
Er was een zinkschepenversperring voorbereid, doch zoals reeds elders is mede
gedeeld, zijn de zinkschepen niet meer tijdig ter plaatse gekomen.
De compagnie bevond zich te 3.00 volledig in de stelling.
107
Onder bevel van een
Kazematten en s.p.o.
Bewapening
Vaandrig
B.71, S.77, S.78
3 lt.mitr. en 1 res. lt.mitr.
1 stuk van 6 veld vóór S.78
Sergeant
G.73, S.72
2 lt.mitr.
G.74
1 zw.mitr.
Sergeant
G.101, G.102
2 lt.mitr.
Sergeant-majoor
S.103, G.109
3 lt.mitr.
G.104
x) Zie hierna in Hoofdstuk III.