Omstreeks 1.00 waren de verhakkingen ten O. van de Maas gesteld en het per soneel was met de betekenis daarvan op de hoogte gesteld. De vliegtuigformaties had men zien overkomen en nadat 2 vliegtuigen zeer laag in de lengterichting over de Maas waren gevlogen, verschenen omstreeks 4.00 op verschillende plaatsen Duitsers aan de Maas en begon de vuurstrijd. Te ongeveer 5.00 werd artillerievuur op de kazematten en overige opstellingen ontketend. De Duitsers waren blijkbaar zeer goed op de hoogte van de ligging en schoots velden der kazematten, hetgeen bleek uit de keuze van hun hoofdaanvalspunt nl. een onvoldoend bestreken ruimte tussen de kazematten G.74 en G.101. G.74 stond met de zw.mitr. in Z.W.richting georiënteerd, zodat zij die ruimte niet kon bestrijken en men uit de gesloten kazemat deze ook niet kon waarnemen. Bij hun verschijnen aan de Maas tegenover G.101 vertoonden de Duitsers grote spandoeken, waarvan het opschrift niet kon worden onderscheiden, doch dat vermoedelijk een sommatie tot overgave inhield. Na enige tijd werd in stekelvarken S.72 de mitrailleur door artillerievuur ver nield, de commandant zwaar en een man licht gewond. Bij kazemat G.101, die schootsveld richting N.O. had, werden overgangs pogingen ter hoogte van pl.98 waargenomen, toen de C. buiten zijn kazemat keek. Deze plaatste daarop zijn mitr. buiten de kazemat en nam de Duitsers onder vuur, hetgeen hij volhield, tot zijn kazemat na hevig vuur werd ingeneveld. Niet ver van G.73 stond het stuk 6 veld in een zeer eenvoudige aarden opstelling, van waaruit de harde weg naar de rivier aan de overzijde werd bestreken. De wachtmeester, commandant van het stuk, zag de bewoners van het veerhuis aan de overzijde in nachtgewaad vluchten en het huis door de Duitsers bezetten, waarna hij dit in elkaar schoot; daarna beschoot hij Duitsers achter klaverruiters. Er werd echter op zijn stuk ingeschoten door artillerie uit een bos bij Reuver, doch de C. deed op alle zichtbare doelen doorvuren (op levende doelen met kartetsen). Bij het daarop volgende uitwerkingsvuur„werd een kanonnier gewond en stortte het schietgat in, zodat de opstelling moest worden verlatenonder vuur kroop de bediening naar kazemat 78, waarbij de gewonde kanonnier opnieuw werd getroffen. De commandant van kazemat S.78 nam waar, dat de vijand bij pl.98 de rivier overschreed, berichtte dit aan zijn sectie C. en trok terug. Hij en zijn mannen wer den met de bediening van het stuk 6 veld gevangen genomen. Achtereenvolgens werden daarop de bezettingen van kazematten S.77 en B.71 en de sectie C. gevangen genomen, terwijl Duitse afdelingen doortrokken naar de Napoleonsweg. Van deze sectie waren twee man gewond. De bezettingen van kazematten G.73 en G.74 waren reeds vóór S.78 gevangen genomen; een soldaat was gewond. De Duitsers hadden vóórdat zij over de rivier kwamen, de kazematten G.101 109

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 127