Uit bovenstaand overzicht blijkt het grote verschil in encadrering met de 3e
Comp. en tevens het zeer grote aantal zw.mitr., nl. zes tegen de 3e Comp. een.
Het riviervak bij Steijl was een zeer belangrijk vak, omdat deze plaats gedekte
nadering en gereedstelling voor een rivierovergang uitermate begunstigt. Ten Z.
daarvan vormde de stuw een aantrekkingpunt.
In de nacht waren op last van de C.C. de beide verhakkingen gesteld en het
pontveer bij Steijl tot zinken gebracht.
Te 3.00 was de compagnie geheel in de opstellingen en de beide verhakkings-
ploegen werden van postduiven voorzien. Te ruim 4.00 ging het electrisch licht
uit en was de telefoonverbinding via Venlo onmogelijk, doch in Baarlo en met
C.-2 G.B. nog mogelijk via Blerick.
Kort na 4.00 kwam een der postduiven aan, met bericht van grensoverschrijding
en te 4.45 verschenen de eerste Duitsers.
Van 6.00 tot 10.30 werd artillerievuur op de stellingen gelegd.
De kazematten G.105, G.106 en B.107 werden te 10.30 van het Z. uit opge
rold, nadat de overgang in het vak der 3e Comp. ten zuiden van Belfeld, was
gelukt.
De Duitsers gingen volgens de sectie C. als volgt te werk. Zodra de Duitse af
deling op de westoever vlak bij een kazemat kwam, schoot zij een lichtsein af,
waarna het vuur werd verlegd en de opstelling of kazemat werd bestormd.
De gevangenen moesten daarna onmiddellijk achter de Duitse bevelvoerende
officier volgen.
Op deze wijze werden eveneens de kazematten G.108, G.110 en G.lll genomen
door een afdeling van ongeveer 30 man. De bedieningen, die in de kazematten
alle aandacht voor hun schootsvak hadden, werden stuk voor stuk overrompeld
en de bezettingen in de s.p.o. durfden niet te vuren, omdat de gevangenen tussen
de Duitsers werden medegevoerd.
Een ordonnans van deze sectie, naar de C.C. gezonden, sneuvelde.
De sectie C., die zich bij G.lll bevond, had nog tot 10.00 verbinding met zijn
C.C. gehad, daarna niet meer. Van de overgang ten zuiden van Belfeld wist hij
niets en te 11.30 was de oprollende Duitse afdeling hem onverwacht genaderd en
werd hij gevangen genomen.
De luitenant protesteerde tegen het op kwetsbare wijze aan het hoofd mede
voeren van de krijgsgevangen, waarna deze op enige honderden meters mochten
volgen. Een man van kazemat 111 was gesneuveld.
Uit deze kazematten van deze sectie waren in totaal 600 patronen verschoten.
De bezettingen van de kazematten G.112 en G.113 en de bijbehorende s.p.o.
werden te 4.00 a 4.30 vrij onverwacht onder vuur genomen door mitrailleurs, op
gesteld achter de kloostermuren van het Missiehuis te Steijl en van andere gedekte
plaatsen. Daarna werden zij met artillerie beschoten, doch de mitrailleurs bleven
113