waaronder geld van verschillende postkantoren en gemeenten, die hij met een kist en geldzakken over het kanaal heeft weten te krijgen. e. HET MAASVAK VAN 111-26 R.I. (VAK BAKEL.) 111-26 R.I. verdedigde het Maasvak van pl. 109 tot pl. 126.8. Het was versterkt met 3 stukken pag. en 3 kanonnen van 8 st., terwijl het aantal lt.mitr. per tirailleurcompagnie en het aantal zw.mitr. van de M.C. waren gebracht van 8 op 12 en een zw.mitr. was afgestaan aan 2 G.B. Het bataljon stond opgesteld met van zuid naar noord: 2e Comp., versterkt met 5 zw.mitr., 1 stuk pag. en 1 kanon van 8 st. van pl.109 tot pl. 115.5, met 15 kazematten; le Comp., versterkt met 3 zw.mitr., 1 stuk pag. en 1 kanon van 8 st. van pl. 115.5 tot pl. 121.5, met 15 kazematten; 3e Comp., versterkt met 3 zw.mitr., 1 stuk pag. en 1 kanon van8st. van pl. 121.5 tot pl. 126.8, met 13 kazematten. De cp van de B.C. bevond zich te Horst. Elke compagnie had een detachement ten O. van de Maas, dat de grenswachten en de vernielings- en versperringsploegen leverde. De veerponten over de Maas bij Grubbenvorst (1518), Lottum (1519) en Broek huizen (1520) waren ter vernieling voorbereid; voor de uitvoering waren politie- troepen ter plaatse aanwezig. Het bataljonsvak bood nagenoeg op de gehele oostoever uitstekend gedekte naderingswegen, terwijl een groot aantal punten voor een rivierovergang geschikt waren. In het vak van dit bataljon is, zoals reeds eerder is medegedeeld, de overgang geforceerd door twee regimenten van de 56e Divisie, welke divisie tevens bij Venlo aanviel en haar overgangspunten aan het einde van de kunstwegen Walbeek Arcen en StraelenVelden koos. Het was de meest noordelijke divisie van het 6e leger en er bevond zich een niet aangevallen ruimte van 20 km tussen deze divisie en de ten N. daarvan aanvallende 256e Divisie, waarvan het meest zuidelijke overgangspunt zich bij Afferden bevond. Het noordelijkste regiment van de 56e Div., I.R.171, viel aan bij Arcen en Lottum, het middelste regiment, I.R.192, bij Velden. Elk dezer regimenten werd gesteund door een Afdeling artillerie. Zij voerden hun aanvallen onafhankelijk van elkaar uit. Achtereenvolgens zullen de gebeurtenissen bij de verschillende compagnieën van 111-26 R.I. worden beschreven. 117 (Zie schets/kaart Nr. 5)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 135