Vervolgens berichtte een patrouille van 2-1-2 R.W. het wegnemen der Duitse versperringen en daarna had grensoverschrijding plaats, die door de grenswacht per alarmschei werd gemeld en die de luitenant te 4.00 telefonisch kon berichten aan zijn C.C. De afdeling moest verzamelen bij Grubbenvorst en aldaar over de Maas worden gezet, hetgeen gelukte, behalve aan de grenswacht; ook de wielrijderspatrouille kwam over. De luitenant, die per vlet de overtocht van zijn mannen controleerde, ontdekte bij Hasselt reeds vijand en begaf zich naar kazemat 145. De compagnie bevond zich inmiddels sedert 3.00 geheel in de kazematten en s.p.o. Onmiddellijk vóór het begin der vijandelijkheden bleek een deel der verbindin gen onbruikbaar te zijnJ). Slechts met de twee vaandrigs bleek verbinding mogelijk, daar de telefoonposten tot het plaatselijk net te Grubbenvorst behoorden. De vijand verscheen te ongeveer 4.50 voor de Maas, in hoofdzaak bij en ter weerszijden van Velden, ongeveer op het front HasseltVelden en verder zuidelijk tot tegenover kazemat 138. Aanvankelijk werd slechts met infanteriewapenen (mitrailleurs, pag. en mortieren) gevuurd, doch te ongeveer 6.30 kwam de artillerie in actie, waarvan een deel in stelling stond op Duits gebied. Het vuur werd door een vliegtuig geleid. Te ongeveer 7.00 werd het artillerievuur naar het W. verlegd en had de eerste overgangspoging plaats tegenover kazemat 144 met 14 rubberboten, elk met 2025 man. Tegelijkertijd had een poging plaats tussen 138 en 139 door 3 bootjes, elk met 4 a 5 man. Op dat tijdstip waren reeds buiten gevecht gesteld of vernield de mitrailleurs van de s.p.o. 143, van kazematten 141, 142, 144 en 146. In de laatste was de ser geant-kazemat C. door zijn beide helpers in de steek gelaten en had hij alleen het vuur doorgezet, tot de mitrailleur werd vernield. De overgangspogingen werden verijdeld door het vuur van de kazematten 138, 139, 140 en 142. Daarna werd een zeer hevig vuur ontvangen, waardoor te 8.30 koepel 139 door een los geraakt blok beton buiten werking kwam en te 9.00 deed de vijand een nieuwe overgangspoging op grote schaal, die slaagde. Van de noordelijke twee sectiën waren 4 man gesneuveld en 7 gewond; bij het stuk pag. waren 2 zwaar gewonden. Dit stuk werd achterwaarts verplaatst, doch viel in 's vijands handen. Het kanon van 8 st. had geen schot gelost, daar de stuks C. meende, alleen op vecht- en pantserwagens te mogen vuren. Na de overgang namen de Duitsers de bezettingen van de kazematten en s.p.o. 121 i) in hoeverre het springen van de brug te Venlo hierop van invloed is geweest, is niet meer na te gaan. Het uitvoeren van vernielingen zal vermoedelijk wel de oorzaak van de storingen zijn geweest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 139