1-III-26 R.I.
De compagnie was van zuid naar noord opgesteld, zoals hierna is aangegeven:
Het stuk pag. stond in een scherfvrije aarden opstelling nabij het veerhuis te
Lottumhet stuk 8 st. was tegenover Arcen opgesteld.
De cp. van de C.C. bevond zich te Lottumer was geen telefonische verbinding
met de sectie Cn.
Ten O. van de Maas bevonden zich een afdeling van 1 sergeant en 14 man, die de
grenswacht Lingsford en bovendien enige verhakkings- en versperringsploegen
leverde.
De C.C. werd ongeveer 24.00 gewekt door zware ontploffingen ten O. van de
Maas. Hoewel hij daartoe geen order had ontvangen, gelastte hij de C. van de
grenswacht te Lingsford, te doen patrouilleren, alarmeerde de compagnie en deed
de stellingen volledig bezetten en te 1.00 kwam de B.C. mededelen, dat te 3.00
de volledige strijdvaardigheid moest zijn bereikt, welke toestand toen echter
reeds bestond.
Het bevel, de verhakkingen ten O. van de Maas te stellen, kwam eerst later.
Eerst met moeite kon toen de sergeant, detachementscommandant te Lingsford
telefonisch worden bereikt en toen dit eindelijk was gelukt, nam de kapitein het
zekere voor het onzekere en gaf hij bevel, niet alleen de verhakkingen te stellen,
doch ook de draden van de aspergeversperring 1501 door te knippen; tevens
deed hij het pontveer te Lottum vernielen.
De sergeant te Lingsford heeft de draden echter om onopgehelderde reden
niet doorgeknipt en zijn detachement viel zonder verliezen in handen van de
vijand.
Reeds kort na 4.00 verscheen de vijand voor de Maas, terwijl van Duits gebied af
artillerievuur werd afgegeven.
126
Sectie Nr.
Commandant
Kazematten en s.p.o.
Bewapening
5
Adjudant-
onderofficier
B.147
1 zw.mitr.
4
Vaandrig
B.148, B.149
2 lt.mitr.
S.150
1 lt.mitr.
2
Res. Ie luitenant
G.151
1 zw.mitr.
G.152, G.153
3 lt.mitr.
1
Res. Ie luitenant
G.154
1 stuk pag.
G.155, G.156, G.158
3 lt.mitr.
3
Res. Ie luitenant
G.157
1 zw.mitr.
G.159, G.160, G.161
3 lt.mitr.
1 kanon van 8 st.