De vaandrig heeft na ontvangen bevel de versperringen gesteld en het gros van
zijn detachement doen stelling nemen achter aspergeversperring 1502, doch er
verscheen geen vijand. Van een patrouille vernam hij echter kort na 4.00, dat er
vijand was bij het pontveer Broekhuizen, welk bericht hij per postduif doorgaf.
Te 5.30 zond hij zijn personeel over de Maas, doch bleef met 4 man op de oost
oever, nabij het voetveer.
Te 11.00 zond de C.C. een sergeant naar hem toe, om hem op te dragen, terug
te keren, doch op de westoever van de Maas hield men hem voor vijand en
vuurde op hem. Hij heeft zich daarop in de bossen schuil gehouden, waar hij
in de namiddag met zijn mannen werd gevangen genomen.
De vernieling van het pontveer te Broekhuizen, waartoe opdracht was verstrekt,
mislukte, doordat in strijd met de instructie de pont met aangezette motor de
Maas op werd gedreven, nadat de lont was aangestoken.
De lading ontplofte niet en de pont liep vast op de O.oever. Het kanon van 8 st.
loste er een schot op, dat miste en bij het tweede schot geraakte de vuurmond defect
het stuk pag. kon er geen vuur op brengen. Een zeemilicien maakte toen echter
onder vuur van de vijand de kabel op de W.oever los, zodat de pont niet meer
te gebruiken was.
De compagnie was sedert 2.30 volledig in de gevechtsopstellingen, doch eerst
omstreeks 6.00 zette de vijand zich vast in de omgeving van de bierbrouwerij,
van waar hij slechts nu en dan vuurde. Hierdoor was het mogelijk, de bevolking
van Broekhuizen te evacueren, juist voordat de Duitse artillerie te ongeveer 7.35
het vuur opende.
Nadat het kanon van 8 st. onbruikbaar was geworden, nam de bediening stelling
bij de naburige sectie, waar zij zich goed weerde.
Het stuk pag. (zonder schilden) had veel last van scherven en mitr.vuur; de
stuks C. werd tweemaal gewond, doch desniettegenstaande opende het stuk het
vuur op de vijand.
De Duitsers deden 3 zwakke overgangspogingen, die mislukten.
Te 9.15 ontving de vaandrig, C. der zuidelijke sectie (G.162 en G.164) bericht,
dat de vijand bij Lottum over de Maas was en dat er vijand was gezien tussen
Lottum en Broekhuizen. Hij zond een patrouille uit, die echter niet terugkeerde.
De C.C., hieromtrent ingelicht, deelde hem mede, dat hij uit de naburige sectie
vakken met 100 man zou worden versterkt. Het bevel hiertoe schijnt wel te zijn
uitgegaan, doch is om onbekende reden niet meer uitgevoerd.
De vaandrig ontving te 10.00 een bericht, dat zijn C.C. zijn cp. naar Swolgen
verplaatste en daarna het bevel „standhouden en voor overmacht vechtend
teruggaan op Swolgen".
De vaandrig had inmiddels een sergeant met een groep geplaatst ten Z. van
131