Er bestond telefonische verbinding van de B.C. naar de C.Cn. en van deze naar de sectie Cn., doch tijdens het gevecht werden de meeste dezer laatste ver bindingen gestoord. Zij bestonden voor een deel uit P.T.T. verbindingen via een militaire centraalpost te Boxmeer, voor een deel uit veldkabelverbindingen. Het bataljon verkeerde sedert 7 Mei in de toestand van verhoogde strijdvaardig heid. In de avond van 9 Mei meldden de luitenant van de 3e Comp. ten O. van de Maas en de grenswacht Hommersum, dat de Duitse troepen te 24.00 mars vaardig moesten zijn en dat grote bedrijvigheid over de grens heerste. De B.C. gelastte daarop de hoogste waakzaamheid ten O. van de Maas en volledige strijdvaardigheid aan de Maas, welke toestand te ongeveer 24.00, dus drie uur vóórdat dit van hogerhand werd bevolen, was bereikt. Daarna zijn op bevel van C.-Peel Div. tussen 23.00 en 24.00 de verhakkingen ten O. van de Maas gesteld en eveneens de aspergever sperring 1604, doch zonder doorknippen der draden. Door de uitvoering werd de telefoonverbinding van grenswacht Siebengewald verbroken, waarna een ordonnansenketen naar Afferden werd ingesteld. Bij de grenswacht Hommersum werd ook de telefoonverbinding verbroken; deze kon worden hersteld. De grenswacht Siebengewald werd te ongeveer 3.55 overvallen, zonder dat kon worden gewaarschuwd; de luitenant, die zich bij verhakking 1608 bevond, werd overvallen en gevangen genomen. Bij de 2e Comp. had de C.C. te 1.00 het stellen der verhakkingen gecontroleerd; te 2.00 werd aan de grens het gereedstellen van voertuigen met gedoofde lichten en verscherpte bewaking op Duits gebied vastgesteld. Te ongeveer 4.00 werden ook hier de grenswacht en verhakkingsploegen zonder gevecht overmeesterd. Enkele mannen slaagden er in, over de Maas te komen en de overvalling te melden. In tegenstelling met andere bataljons bevonden zich bij 15 G.B. op last van de B.C. de groeps Cn. in de kazematten, en de opvolgers in de s.p.o. In het vak van dit bataljon is aangevallen door delen van de 256e Duitse Divisie, die eveneens aanviel op de brug bij Oeffelt. De vijand koos zijn aanvalspunten bij Afferden, waar Aufkl.Abt. 256 aanviel en ten zuiden van Heyen, waar I.R.456 optrad, aan het einde dus van de harde wegen, die uit Duitsland naar de Maas voerden. Nadat de overgangen op smal front waren geforceerd, werd doorgestoten naar Boxmeer en Vortum en werden de stellingen opgerold. De Duitsers rukten daarna op naar Mill, waar de divisie aanviel op de Peel-Raamstelling. De le Comp. werd daarbij vrijwel ongemoeid gelaten. 137

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 155