nog kans, het sluitstuk onbruikbaar te maken; daarna werd het kanon door vuur vernield en de C. trok met zijn bediening terug naar de cp. van de C.C. De bediening van 8 st. heeft met de karabijn aan het vuurgevecht deelgenomen. Kaz. G.55 werd te 9.30 buiten gevecht gesteld, waarbij de C. werd gewond. In de kazematten S.56, G.57 en S.58 werden de wapens door vuur vernield, waarbij na hevige strijd twee der commandanten zwaar werden gewond. Vermoedelijk begon de overgangspoging na 9.00, terwijl zij te ongeveer 9.45 slaagde. Voor de afweer waren toen nog slechts de Ptr. met hun lt.mitr. en kazemat G.53 in actie, die zich tot het laatste weerden. De Duitsers namen de bezettingen der kazematten tot S.58 gevangen en stootten door naar Vortum. De luitenant, C. van de Z.sectie had te Vortum telefonisch aan zijn C.C. medegedeeld, dat de linie het niet lang meer zou houden. Terugkomende naar de enige nog vurende kazemat, nl. G.53, werd hij door twee Duitse groepen ge vangen genomen. De C. der middelste sectie trok met 4 man en een aantal vluchtelingen naar Vortum en lichtte vandaar zijn C.C. in, die hem opdroeg, te Vortum te blijven met zijn 12 man. Aldaar werd hij gevangen genomen. Bij de noordelijke sectie had geen aanval plaats. Van kaz.S.60 werd echter te 11.00 door artillerievuur de mitr. vernield, terwijl de gehele bediening van S.59 werd gewond door een voltreffer. Nadat een uitgezonden sergeant en een ordonnans niet waren teruggekeerd, begaf de S.C. zich te 12.00 naar de C.C., doch ook hij viel in Duitse handen. De Duitsers ruimden daarna de bezettingen op tot S.61 in het vak der 2e Comp. De C.C. had te 5.30 vernomen van C.-II-26 R.I., dat de brug bij Oeffeit on vermeld in 's vijands handen was gevallen. Te 6.00 viel artillerievuur in Sambeek, waarbij een burger werd gedood. De binnenkomende berichten gaven een beeld van hetgeen zich in zijn vak af speelde. Toen de pag.bediening zich meldde, zond hij deze door naar de 2e Comp. te Boxmeer, waar pag. aanwezig was. Op weg daarheen is de sergeant zwaar ge wond bij een ontmoeting met de vijand, die bij die compagnie reeds over de Maas was. Te 9.15 deelde de C. der middelste sectie uit Vortum de toestand mede. Daarna meldde de centralist uit Boxmeer, dat de Duitsers in die plaats waren; even later gaf het postkantoor Boxmeer geen gehoor meer. De toestand was dus, dat de Z.sectie terug was op Vortum, de middelste buiten gevecht was gesteld op één kazemat na en dat Boxmeer door de Duitsers was bezet, terwijl volgens burgers de vijand naar Sambeek oprukte. De C.C. besloot daarom, terug te trekken op St. Anthonis en zond daartoe een bericht aan de C. der N. sectie, dat deze echter niet heeft bereikt. Hij hoopte de luitenant uit Vortum op te vangen, doch deze was reeds gevangen genomen. 143

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 161