Van de 13 lt.mitr. waren er 7 in kazematten opgesteld, 2 in reparatie en 2 opge steld tegen luchtdoelen, resp. bij het veer en bij pl.150. Nabij deze punten stonden eveneens de beide stukken pag., terwijl het stuk 6 veld nabij pl.150 was opgesteld. De Duitsers verschenen reeds te ongeveer 4.15 aan de Maas, kort nadat grote aantallen vliegtuigen waren waargenomen. Op dit tijdstip werd in N.O. richting een kabelballon waargenomen boven het Reichswald, welke ook bij het nevenbataljon 11-26 R.I. is gezien. De Duitsers concentreerden hun aanval voornamelijk ter hoogte van pl.150, ten Z. van Heyen, op een smal front. Dit punt was voor hen zeer gunstig, tenge volge van de naar het O. uitspringende bocht van de Maas, waarop slechts vuur kon worden gebracht door de mitrailleurs van de kazematten B.65, G.129, S.66, S.67 en G.68; bovendien door een stuk pag. en het stuk 6 veld. Na aankomst opende de vijand met de infanteriewapens (mitr., pag. en mr.) het vuur, spoedig aangevuld met artillerievuur van zware kalibers, waartoe een batterij artillerie op korte afstand van de rivier stelling had genomen. Het artillerievuur viel aanvankelijk niet op de kazematten, doch bij de P.K. te Boxmeer en ten W. van kaz.G.68. De eerste overgangspoging had reeds plaats te ongeveer 5.00 met ongeveer 15 rubberboten nabij pl150, doch deze poging werd afgeslagen en vele boten dreven de rivier af. Het stuk pag. nam onder bevel van de cadet-vaandrig, commandant, krachtig aan de strijd deel. Daarna had te ongeveer 6.10 een tweede en tussen 7.00 en 8.00 een derde en vierde overgangspoging plaats, doch ook deze werden afgeslagen, niettegenstaande het vuur van de verdediger in kracht verminderde, nadat de kazematten recht streeks door artillerie werden beschoten. Eerst werd te 6.00 S.66 door 2 voltreffers in elk der beide schietgaten buiten gevecht gesteld, waarbij een sergeant werd gedood en twee soldaten gewond; daarna werd de mitr. van G.129 vernield en ten slotte stelde een voltreffer op S.67 de gehele bezetting buiten gevecht; de sergeant werd zwaar gewond en twee soldaten sneuvelden. De overgang werd zeer gehinderd door de zw.mitr. in B.65. De wijze, waarop de bediening daarvan, onder bevel van de sergeant-commandant, ondanks gebrek aan olie, later een lek in de watermantel, defecte pompinstallatie en gebrek aan water, kans heeft gezien, het wapen gangbaar te houden en te bedienen, vormt een van de vele prachtige staaltjes van moed, die aan de Maas zijn vertoond. Ten slotte hebben de Duitsers deze kazemat onder goed gericht vuur genomen en toen een voltreffer in het schietgat de mitrailleur vernielde, is de sergeant met zijn drie man teruggetrokken, waarbij allen werden gewond. De sergeant heeft een der zwaar gewonden op zijn rug weggedragen, doch allen werden gevangen ge- 145

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 163