- een aanval van I.R. 481 (min III) van de 256e Duitse Divisie ter weerszijden
van en over de spoorbrug bij Gennep;
- een aanval van de 254e Duitse Divisie op het Maasvak Mook-St.Agatha.
Achtereenvolgens zullen de verschillende aanvallen worden behandeld.
4-II-26 R.I.
Deze compagnie, die gecommandeerd werd door een res. Ie luitenant, stond
van Z. naar N. aan de Maas opgesteld, zoals hieronder is aangegeven.
Van elke sectie stond een lt.mitr. in een s.p.o.
Alle kazematten lagen nabij de Maasoever, terwijl in het gehele vak een hekver
sperring van puntdraad op de westoever was aangebracht.
De cp. van de C.C. was gevestigd te Oeffeit, waar zich ook de vaandrig, C. der
zw.mitr. ophield. Deze was telefonisch verbonden met de B.C. te Haps en met de
verhakkingsploeg 1627, doch niet met de sectie Cn.
Een detachement politietroepen was aanwezig voor de bezetting van de rivier
kazematten, voor het vernielen van de brug (1619) en de veerpont (1621). Het was
sterk 3 onderofficieren en 23 man van de groep Haps.
De spoorweg zelf vormde een 10 m hoge dijk en op en bij de spoorbrug waren
de volgende maatregelen genomen:
- een dubbelpost der Ptr. bij het W.einde van de brug op de dijk;
- een piket bij het W.einde van de brug in het gebouwtje der Ptr. aan de voet van
de dijk en een piket in elk der beide rivierkazematten;
- een dubbelpost op het midden van de brug bij een wachtgebouwtje, waar zich
het ontstekingspunt bevond;
- een wachtgebouwtje op het O.einde van de brug, waar zich een wacht van 1
korporaal en 4 man der infanterie bevond, met een man op post;
154
Sectie Nr.
Commandant
Kazematten en
s.p.o.
Bewapening
3
Dpi. Sergeant
S.74, G.128, S.76
4 lt.mitr.
G.75
1 zw.mitr.
2
Vaandrig
S.77, S.79, S.81
4 lt.mitr.
G.78, G.80
2 zw.mitr.
stuk 6 veld
Ptr.
Sergeant Ptr.
rivierkazemat zuid en-noord
2 kanonnen van 5,5 cm
2 zw.mitr.
1
Res. Ie luitenant
G.127, S.82, G.83
4 lt.mitr.