- een stalen hek nabij laatstbedoeld wachthuisje, dat slechts kon worden geopend met een sleutel, wanneer de stationchef te Gennep langs electrische weg het openen van het kastje, waarin de sleutel was geborgen, mogelijk maakte; - een prikkeldraadversperring ten O. van de brug, met daarnaast landmijnen; - een prikkeldraadversperring ten W. van de brug. De ontsteking van de lading moest geschieden door het aansteken van een vuur- koord in het wachtgebouwtje op het midden van de brug. Aanvankelijk was de lading door een slagsnoerleiding langs de bogen van de brug verbonden geweest met een ontstekingspunt op de W.oever. Deze was verwijderd en gevoerd door holle buizen, doch de verbinding met de lading enerzijds, de ontstekingsput anderzijds was nog niet gereed, zodat de ontsteking tijdelijk midden op de brug moest plaats hebben. Van de compagnie was op de O.oever aanwezig: le. Het vernielingsdetachement Gennep (1 sergeant, 1 korporaal en 20 soldaten), belast met: - het stellen der 2 aspergeversperringen 1625 en 1626 te Gennep; - boomverhakking 1627 O. van Ottersum; - het vernielen van de brug over de Niers te Gennep (1601). 2e. De grenswacht Zelderheide (1 sergeant, 1 korporaal en 15 soldaten), belast met het stellen der verhakking 1627; Deze wacht was verdeeld in 3 ploegen van 5 man: - een ploeg aan de grens met een alarmschei; - een ploeg meer achterwaarts in het wachtgebouw, waar zich een tweede alarm- schel bevond; - een ploeg bij de verhakking 1627, waar een telefoon verbinding was met de C. van het onder le genoemde vernielingsdetachement te Gennep en met C.-4- 11-26 R.I. te Oeffelt. 3e. Een sergeant van de genie, die tot taak had het doen leggen van een zink- schepenversperring bij de brug over de Niers te Gennep, alsmede het doen dichten van spuigaten en bogen over de winterbedding van die brug, waardoor het gehele riviertje na het zinken van de met puin gevulde schepen zou zijn versperd en zou worden opgestuwd. De zinkschepen waren sedert 8 Mei aanwezig bij de brug; daarbij was aanwezig 1 korporaal en 4 man van de pontonniers. Aanvankelijk was met deze versperring een luitenant der genie belast geweest, die het werk op 9 Mei had moeten overdragen aan een sergeant der genie, die 4 burgerwerkkrachten ter beschikking had, doch op 9 Mei 32 werklieden, een locomotief en vier zandwagens vorderde. 155

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 173