De brigadecommandant in Gennep kreeg eerst van twee uitgezonden mare chaussees bericht, dat er bij de papierfabriek een pantsertrein stond, daarna een telefoonbericht van de marechaussee op het station, dat hij meende dat er Duitsers waren, doch nog even zou gaan kijken, vervolgens dat de Duitse trein bij de papier fabriek stond en dat hij hoorde schieten. Deze kreeg bevel, zijn werk af te maken en daarna terug te trekken. De brigadecommandant zelf trok daarop met zijn mannen naar het veer en werd over de Maas gezet. De overval van de brug heeft plaats gehad door een patrouille, onder bevel van Oberleutnant Walther met 8 onderofficieren en soldaten x). Een der soldaten was woonachtig in Hommersum, even over de grens en gehuwd met een vrouw uit Gennep; hij sprak goed Nederlands en kwam vóór 10 Mei herhaaldelijk in Gennep. Bij de patrouille waren aanvankelijk bovendien drie Nederlanders (in Duitsland woonachtig) ingedeeld, die deel uitmaakten van de organisatie „Sport und Spiel" waarvan de leden in Duitsland woonachtige Nederlanders waren, die onder onjuiste voorwendsels in deze organisatie waren gelokt. Deze Nederlanders waren in het kamp bij Goch voor bijzondere opdrachten opgeleid, doch eerst op 9 Mei ingelicht omtrent de ware aard van de opdracht2). Zij en de Duitser uit Hommer sum waren in nagebootste marechaussee-uniform gestoken en van vervalste passen voorzien3). De Duitse militairen (behalve de in Ned. marechaussee-uniform geklede) droegen uniform met gummioverjas, de wapens tussen veldjas en overjas. De patrouille is per vrachtauto naar Hommersum gebracht. Bij de grens (ongeveer 1.00) maakte een der Nederlanders bezwaar, omdat hij bij de brug had gediend als Nederlands soldaat en daar kameraden had. Uit een Duitse verklaring blijkt, dat deze Nederlander te voren gegevens over de brugbewaking had verstrekt. 161 1) Zij behoorden tot het „Bataillon zur besondere Verwendung Nr. 100", dat voor dergelijke acties was bestemd. Zij waren ondergebracht in een kamp bij Goch, waar tevens de ingedeelde Nederlanders zijn opgeleid. 2) Zie hieromtrent Deel I.C. „Overzicht van de Duitse aanval in Mei 1940 in het bijzonder, wat Nederland betreft" en het orgaan van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie „Nederland in oorlogstijd" 5e Jaargang Nr. 3 (laatste nummer). 3) Deze uniformen vertoonden de volgende afwijkingen: a. een rij knopen; b. chevrons van rechte katoenen lintjes; c. onderoff. nestels; d. pistoolkoord blauw met wit gevlochten in plaats van blauw; e. bruine beenkappen; f. grote Duitse revolver; g. ongebruikelijke (herkennings)banden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 179