tot even ten westen van station Mill, daarbij de ter vernieling voorbereide, doch nog niet vernielde, bruggen B. I, II, III en IV passerende. Het bevel tot het uitvoeren van vernielingen ten W. van de Maas was toen, zoals eerder medegedeeld, nauwelijks gegeven en dus nog in uitvoering. De springploeg van B.I werd in het voorbijgaan ontwapend; de korporaal rende naar de cp. van de C.C. en deelde een en ander mede. Daarna heeft een flink dpi. sergeant gezorgd, dat de bruggen B.I en B.VI alsnog werden vernield, doch onmiddellijk daarna waren de Duitsers in Oeffelt. In de Peel-Raamstelling werd uit de goederentrein het bataljon III/I.R. 48 ontladen, dat de strijd aanbond met de troepen ter plaatse, die op deze verrassing niet waren voorbereid. Een en ander wordt nader besproken bij de Peel-Raamstelling. De overval van de brug was zo snel en weinig geruchtmakend in zijn werk ge gaan, dat C.-11-26 R.I. noch C.-4-II-26 R.I. daar iets van hadden bemerkt. C.-II-26 R.I. had kort vóór 4.00 van de C. der Ptr. te Haps vernomen, dat op verschillende plaatsen de grens was overschreden. Hij vroeg daarop aan C.-Vak Schaijk, of nu ook de bruggen over de Maas niet moesten springen 1). C.-Vak Schaijk verwees hem naar C.-Peel Div. en juist, toen na veel moeite de verbinding tot stand was gebracht, werd hem het passeren van de pantsertrein langs Haps medegedeeld (4.20), zodat hij dit terstond aan C.-Peel Div. kon mede delen. Hij ontving toen bevel van C.-Peel Div., de brug bij Mook te doen ver nielen en heeft dit aan C.-3e Comp. doen doorgeven. De vernieling van de Poort (P.l) is na het passeren van de trein door personeel van de le Comp. tot stand gebracht. De bruggen B.II en B.III stonden resp. als Nr 4 en 6 in een serie van 15 door een ploeg van 15 C.Pn. uit te voeren vernielingen, hetgeen verband hield met de door de auto's met springmiddelen te volgen wegen. De bedoelde vernielingsploeg was reeds 1.30 naar Haps gezonden en de comman dant ontving te 4.00 bevel, de vernielingen uit te voeren. Hij bereikte omstreeks 5.00 brug B.II, toen de trein dus reeds was gepasseerd. Zowel brug B.II als B.IV zijn toen vernield. De sergeant-majoor der Ptr. bij brug B.V. had tussen 3.30 en 4.00 van ver schillende zijden telefonisch bericht ontvangen, dat de grens was overschreden en had deze berichten aan de B.C. te Haps doorgegeven. Hij ontving daarop uit Oeffelt wel bericht, dat een pantsertrein over de brug was, doch de telefoon werd plotseling verbroken en hij heeft de trein niet zien voorbijgaan, doch wel kanonvuur gehoord uit Mook (4.30) en uit de richting van 165 Hij had 's nachts bevelen voor het uitvoeren van de vernielingen ten O. van de Maas ontvangen en omstreeks 3.45 voor de vernielingen tussen Maas en Peel-Raamstelling.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 183