De sergeant, C. van deze sectie, is in de namiddag te 16.00 met de bezetting van S.74 in de richting Beugen getrokken en kwam daar in contact met de sergeant majoor, C. van de noordelijke sectie van 2-15 G.B., die hem onder zijn bevel nam. Zij hebben zich op 11 Mei verspreid in verschillende richtingen. De cp. van de C.C. te Oeffeit was reeds te 6.00 overvallen, nadat een poging der Duitsers, het station te doen bezetten, was mislukt. Een Duitse wielrijders afdeling reed vervolgens door naar Haps. Een sergeant uit Haps, die, niets ver moedende, ging fourageren te Oeffeit, ontmoette een Duitse patrouille, die hem echter ongemoeid liet. Hij keerde terug, passeerde de patrouille weder en meldde te Haps, dat de vijand naderde. De staf van II-26 R.I. heeft daarna een uur lang een gevecht geleverd, waarbij de luitenant-adjudant met een groep gescheiden raakten van de rest. Nadat de Duitsers versterking hadden ontvangen, viel de cp. te ongeveer 8.00, doch de luitenant wist met zijn groep de Peel-Raamstelling te bereiken via Escharen. De Duitsers stootten ook bij de brug B.V op krachtige tegenstand van de sergeant-majoor der Ptr. en zijn mannen (zie blz. 167). Deze slaagde er in, om met één lt.mitr. en met karabijnen en geweren de tegenstander twee uur op te houden. Omstreeks 10.00 was de vijand echter versterkt en verschenen twee pantserwagens, waarna de sergeant-majoor, die alle munitie had verschoten, zich heeft overgegeven. Een andere afdeling der over de spoorbrug gekomen Duitsers is van Oeffeit naar St.Agatha opgerukt, waar zij een sectie in de rug aanviel, terwijl deze in vuurgevecht met de vijand op de oostoever was gewikkeld. Van 4-II-26 R.I. zijn gesneuveld een sergeant en twee soldaten, terwijl gewond werden twee sergeanten en vijf soldaten. Te Haps werd een luitenant en een soldaat gewond en vielen twee burgers. Te 8.00 waren de Duitsers begonnen met een pontonbrug bij het pontveer te Oeffeit, die 14.00 gereed was, daarna weder werd verlegd, waarna te 19.00 de overtocht der Divisie aanving. Omtrent de aanval meldt het dagboek der Duitse 256e Div. het volgende: De pantsertrein reed volgens het plan te 5.28 (3.48 Ned.tijd) van het station Hassum in de richting Gennep. Te 6.37 (4.57 Ned.tijd) werd zonder weerstand het station Mill en de Peelstelling bereikt. De pantsertrein reed nog door de Peelstelling heen en bleef toen 1 km westelijk van Mill met stukgeschoten lucht- leiding, niet in staat tot verdere beweging, liggen. De in de nabijheid van de pantsertrein gelegen bunkers werden genomen, 30 gevangenen gemaakt en overigens de verdediging gevoerd. Van de bunkers ontving de pantsertrein zwaar infanterie- en mitrailleurvuur. Het versterkte I.R. 481 had, toen het te 6.30 (4.50 Ned.tijd) de Maas bereikte, 168

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 186