Het kanon was vernield, er brak brand uit en de sergeant C. verliet met 3 kor poraals, waarvan een gewonde en met de bediening van de zw.mitr. de kazemat, bereikte Katwijk, liet de gewonde verbinden en meldde zich bij de C.C., die hem opdroeg, te trachten Grave te bereiken. Dit misluke, daar de Duitsers zich reeds in de rug bevonden, doch het groepje wist zich schuil te houden. Van kazemat S.115 werd te 10.30 de mitrailleur vernield, doch de bediening streed met geweren door, totdat een voltreffer in de kazemat de commandant doodde, de schutter ernstig verwondde en het trommelvlies van de helper deed scheuren. Van de overlevenden werd na het verlaten van de kazemat een man op twee plaatsen gewond; de kazemat werd in puin geschoten. Nabij deze kazemat werd in een schuttersput een soldaat gedood en een korporaal gewond. De vaandrig, C. van G.114, S.113 en S.112, was zeer actief en bewoog zich voortdurend langs zijn groepen. De sectie leed geen verliezen, doch de mitrailleur van G.114 werd vernield. De C. van het kanon van 8 st. heeft niet doen vuren, daar zich geen pantser wagens vertoonden en hij zijn instructie te letterlijk opvatte; de bediening heeft met de karabijn aan de strijd deelgenomen. Kazemat G.lll, georiënteerd naar het Z., kreeg geen doelen in de vuursector. De mitrailleur van G.109 werd door een voltreffer buiten gevecht gesteld; daarna trok de bediening op Cuijk terug. De Cn. van S.110 en G.123 waren reeds vroeg in de morgen gewond en af gevoerd. De korporaals-opvolger hadden het bevel overgenomen, doch van de afwezigheid der Cn. hadden verschillende soldaten gebruik gemaakt, om te ver dwijnen. In S.110 sneuvelde een soldaat en in de omgeving vielen twee gewonden; te 12.00 werd de mitrailleur vernield. De mitrailleur van S.108 werd korte tijd voor de laatste aanval vernield. Van kazemat S.107, in het vak der nevencomp., die aan de bestrijding van de overgangs pogingen had deelgenomen, werd de mitrailleur vernield en sneuvelde de sergeant commandant. Toen de laatste aanval los kwam, waren dus ten N. van de spoorweg nog intact de zw.mitr. van G.117 en de lt.mitr. van S.119, die geen van beiden vuur konden brengen ten Z. van de spoorbrug. Aldaar waren de lt.mitr. van S.113 en S.112 en de zw.mitr. van G.lll (die in Z.richting schoot) nog intact; van de Z.sectie waren nog slechts aanwezig 12 man, waaronder 5 gewonden. De aanval, die ongeveer 12.30 tot succes voor de Duitsers leidde, werd door rookprojectielen beschermd. De vaandrig, C. van de sectie S.112 en S.113, trok met zijn sectie terug, doch werd bij Groot Linden door motorrijders gevangen genomen. Enkelen van deze sectie wisten echter Grave te bereiken, evenals de bediening van het kanon van 8 st. 184

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 202