Na de overgang namen de Duitsers de aanwezige Maas-bezetting gevangen,
terwijl zij snel naar Klein Linden doordrongen.
De C.C. werd bij zijn gevangenneming neergeschoten onder omstandigheden,
die niet voldoende zijn opgehelderd.
De compagnie had 13 gesneuvelden en 16 gewonden. Van de 9 lt. en 6 zw.mitr.
waren er 6 lt. en 5 zw. door 's vijands vuur vernield; hetzelfde lot trof de beide
kanonnen van 5,5 cm in de rivierkazematten.
Het overgrote deel van de compagnie werd krijgsgevangen gemaakt; 4 onge-
wonde onderofficieren en een klein aantal soldaten bereikten de Peel-Raamstelling.
Dank zij de evacuatie van het O.deel der gemeente, leed de bevolking van
Katwijk geen verliezen. Niet minder dan 15 huizen waren verbrand of zwaar
beschadigd.
Omtrent de uitvoering van deze aanval geeft het dagboek der 254e Duitse
Divisie eveneens geen bijzonderheden. De bevelen voor de aanval hielden het
volgende in:
De aanvalsgroep bestond uit I.R. 474, versterkt met 2 stukken van de Pz.Jg.Abt.
254,2 zw. stukken Flak, pioniers en een bruggencolonne, terwijl de artilleristische
steun werd verleend door III/A.R. 254.
De aanvalsgroep moest zich door „Handstreich" in het bezit stellen van de
spoorbrug bij Mook en ter weerszijden van Gassel doorstoten tot de Peelstelling
ten W. van Escharen en Vogelshoek. Indien de „Handstreich" mislukte, moest de
Maasovergang onmiddellijk door het gevecht worden geforceerd, waartoe de
groep zich reeds in de gereedstelling en bij de grensoverschrijding moest groeperen.
Vóór de aanvalsgroep uit werd het versterkte III/I.R. 474 naar de brug van
Mook gezonden als „Vorausabteilung". De gereedstelling der groep had plaats
in het bedekte terrein ten O. van Bruuk.
Na het slagen van de overgang werd een pontonbrug over de Maas gelegd bij
het pontveer.
11-26 R.I. is voor het grootste deel in handen van de vijand gevallen.
Slechts 3 officieren en ongeveer 80 onderofficieren en manschappen van de 2e
en 3e Compagnie hebben de Peel-Raamstelling in het vak van 111-14 R.I. of bij
Mill bereikt.
i. SAMENVATTING VAN DE VERDEDIGING VAN DE
MAASLINIE
Uit het voorgaande blijkt, dat de Maaslinie op de hieronder aangegeven plaatsen
en tijdstippen werd geforceerd:
186