Het was te voorzien, dat de zeer ijle Maaslinie zonder steun van artillerie en vliegers het niet lang zou kunnen houden. Nu bekend is, dat op het front van Wessem tot Mook niet minder dan zes divisiën in voorste lijn aanvielen, moet men bewondering hebben voor de bezetting van de Maaslinie, dat deze het nog zo lang heeft uitgehouden. Op vele plaatsen zijn bewonderenswaardige staaltjes van moed en volharding betoond, die in dit sobere relaas van de strijd niet tot uitdrukking konden worden gebracht. Ook van Duitse zijde is de geboden weerstand geroemd. Behalve enkele losse groepen van de aangevallen troepen kwamen slechts 1-41 R.I., alsmede de daaraan aansluitende compagnieën van 111-26 R.I. en 15 G.B. in de Peel-Raamstelling terug. Het is te betreuren, dat de brug bij Oeffeit onvermeld in handen van de vijand viel. Niettegenstaande de bedrieglijke middelen, door de Duitsers toegepast, was dit niet nodig geweest. Het gevolg hiervan was, dat het Duitse bataljon III/I.R. 484, dat per trein over de spoorbrug is aangevoerd naar de Peel-Raamstelling, zich ten W. van Mill kon nestelen, waar het zich wist te handhaven tot de hoofdmacht der divisie de aanval inzette. Hoe deze verliep, zal in Hoofdstuk III worden medegedeeld. 188 Maasvakken van Overgangspunten Tijdstippen 17 G.B. Wessem 10.00 Roermond 8.15 111-41 R.I. Buggenum 7.30 Hanssum 9.00 tussen Kessel en Kesseleik 12.00 2 G.B. tussen Belfeld en Reuver 9.00 Steijl (na oprollen der verdediging uit Z.richting) 11.30 111-26 R.I. Grubbenvorst 9.00 Lottum en Arcen 7.30 1-41 R.I. niet aangevallen 15 G.B. Afferden 9.45 Heyen 9.00 11-26 R.I. Spoorbrug bij Oefïelt (Gennep) 4.00 St. Agatha 11.00 Mook 11.00

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 206