Defensiekanaal. Het Regiment komt daarbij ter beschikking van C.-Peel- divisie" l). Het regiment is te 7.00 afgemarcheerd uit Vught via Veghel naar Uden, is daarna opgemarcheerd langs de kunstweg naar Mill en vervolgens tot de strijd ontwikkeld. De R.C. nam geen verband op met C.-Peel Div. en evenmin met C.-Vak Schaijk. Wanneer C.-Peel Div. van deze opdracht kennis heeft gekregen, is niet bekend2). Ongeveer te 6.00 gaf C.-III L.K. bevel aan C.-6 G.B. om, zonder te wachten op de terugkeer van de vernielingsploegen, met de beschikbare troepen af te marcheren naar Moerdijk en de aldaar gelande parachutisten uit het bruggenhoofd te werpen. C.-3 G.B. ontving op hetzelfde tijdstip opdracht, naar Willemstad af te mar cheren. Te 9.00 ving de afmars van III L.K. en te 8.30 die van Lt.Div. uit Noord-Bra bant aan, nadat de O.L.Z. te 7.00 daartoe machtiging had gegeven. In verband met de overval van parachutisten op de Moerdijkbruggen werd het gemotoriseerde gedeelte van de Lt.Div. over Keizersveer gedirigeerd; het desbe treffende bevel ging te 10.00 van C.-III L.K. uit. Omstreeks 8.00 (vermoedelijk) heeft C.-Peel Div. bevel doen geven, dat 4-2 G.B. en 4-17 G.B., op mars naar Heeze, en 3-G.B.J., gelegerd te Goirle, ter beschikking moesten worden gesteld van resp. C.-Vak Erp en C.-Vak Schaijk voor het doen uitvoeren van tegenstoten bij Mill, resp. in O. en Z.richting 3). Ongeveer op hetzelfde tijdstip begaf C.-Peel Div. zich van Eindhoven naar de voorbereide cp. te Mierlo/Hout (bij Helmond), waar de verbindingen sedert 0.15 gereed waren. Uit de berichten van de strijd aan de Maas was het duidelijk geworden, dat de aanval vrijwel over het gehele Maasfront was ingezet en dat de bezettingen 194 1) Afgaande op de gevechtsberichten van de eskadronscommandanten zou in het bevel zijn op genomen geweest, dat de overvalling door een pantsertrein had plaats gehad. 2) C.-Peel Div. meldt in zijn verslag, dat C.-III L.K. opdracht had gegeven, om aan te vallen a cheval van de spoorweg, doch een dergelijke opdracht blijkt niet uit de gegevens. De opmarsweg bepaalde feitelijk de aanvalsrichting en de opdracht luidde o.m. ontzetten van een B.C. 3) 4-2 G.B. was, na uitvoering van haar taak te Venlo, te Heeze aangekomen. Van 4-17 G.B., welke compagnie brugbewaking had geleverd te Roermond, was ongeveer de helft te Heeze aan gekomen. Deze beide onderdelen zijn eerst in de avond ter beschikking van C.-2 R.H.M. gekomen en niet in de strijd ingezet. 3,-G.B.J. bevond zich te Goirle met een sectie te Baarle-Nassaugrens en een groep aan de grens ten Z. van Goirle. C.-G.B.J. meldt, het bevel ontvangen te hebben te 9.00. C.-3-G.B.J. meldt ontvangst per telefoon te 11.00. Het bevel hield in: „Met zeer veel spoed"Na vordering van vrachtauto's, aantrekken van de sectie uit Baarle-Nassau en nuttigen van een warme maaltijd, vertrok de compagnie te 16.00, kwam zij te 19.30 te Schaijk en werd zij ingedeeld bij 111-14 R.I.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 212