der kazematten zich krachtig weerden, doch dat de Maaslinie langzamerhand werd doorbroken. Tussen 11.30 en 12.00, toen hij vernam, dat de cp. van C.-III L.K. te Vught voor een belangrijk deel was ontruimd, verplaatste C.-Peel Div. zijn cp. daarheen. Hoewel Vught ten opzichte van het Peelfront excentrisch lag, waren de verbin dingen van Vught uit veel beter dan die uit Mierlo/Hout. Op een niet meer vast te stellen tijdstip heeft C.-Peel Div. opdracht verstrekt, dat 15 G.B., welk bataljon toestemming had ontvangen om terug te trekken en, naar hij meende, te 15.00 terug zou zijn, ter beschikking moest worden gesteld van C.-Vak Schaijk1). Deze laatste heeft een opdracht voor 15 G.B. doorgegeven aan C. Vak Erp. Zoals reeds is medegedeeld, is van 15 G.B. slechts de le Comp. te Deurne aan gekomen, die aldaar te 21.00 opdracht kreeg van C.-Vak Bakel, om over Uden naar Mill te rijden. Bij aankomst te Erp was de uitvoering niet meer mogelijk, zodat C.-Vak Erp deze compagnie aanhield. Van de bevelen tot versterking van het bedreigde vak bij Mill kwam dus slechts het bevel aan 2 R.H.M. tot tijdige uitvoering. Op een niet meer vast te stellen tijdstip heeft C.-Peel Div. de aanvalsrichting van 2 R.H.M. vernomen, die z.i. niet gunstig was, terwijl hij tevens een bericht ontving, dat dit regiment terugweek. Hij heeft daarop achtereenvolgens de C. van zijn detachement politietroepen en een officier van Sectie Ia naar C.-2 R.H.M. gezonden met opdracht, dat deze moest aanvallen noordelijk van de spoorlijn, de aanval met kracht moest inzetten en de vijand moest terug drijven tot de oude frontlijn zou zijn hersteld. Deze beide officieren hebben elkaar bij C.-2 R.H.M. getroffen en, na uitvoering van hun opdracht, te Uden telefonisch contact met hun chef opgenomen. De luitenant der Ptr. kreeg toen opdracht, als inlichtingsofficier ter plaatse te blijven; de kapitein van S.Ia keerde naar Vught terug. Uit de berichten kreeg C.-Peel Div. in de loop van de middag de indruk, dat de aanval van 2 R.H.M. was geslaagd en dat de frontlijn was hersteld. De toestand, zoals die werd gezien, blijkt uit de volgende berichten, die de C.V. van C.-III L.K. bereikten: - 2 R.H.M. heeft de cp. van C.-I-3 R.I. bevrijd; - 16.15 Mill heroverd door 2 R.H.M. Duitse pantsertrein heroverd; - 20.00 Ch.St.-III L.K. bericht, dat om Mill hevig is gevochten en dat het uren lang een dubbeltje op zijn kant was. Gelast was, Mill ten koste van alles te her overen, waarin 2 R.H.M. is geslaagd. 195 x) De toestemming heeft, zoals wij zagen, C.-15 G.B. niet bereikt; hij was in zijn cp. gevangen genomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 213