Hij besloot, dit te doen uitvoeren op 11 Mei te 2.00, doch na telefonisch overleg met de Chef Staf Landmacht van het A.H.K. werd de terugtocht op middernacht gesteld. De bevelen hiertoe gaf C.-Peel Div. te ongeveer 21.00. Deze hielden in, dat de troepen van de Peel-Raamstelling te 11 Mei 0.00 de terugtocht moesten aan vangen naar de Zuid-Willemsvaart, waarbij de bestaande scheidingslijnen werden verlengd naar achteren. De scheidingslijn tussen Vak Weert en Vak Asten bleef ongewijzigd; tussen Vak Asten en Vak Bakel kwam deze te lopen over pl.81 aan de Zuid-Willemsvaart (bocht in het kanaal Z. van Stipdonk); tussen Vak Bakel en Vak Erp over pl.96 aan de Zuid-Willemsvaart (500 m ten N. van het Wilhelminakanaal); tussen Vak Erp en Vak Schaijk over pl. 108 aan de Zuid-Willemsvaart (Z. van Dinter). C.-Peel Div. zelf zou zijn cp. verplaatsen naar Tilburg, naar het telefoonkantoor van de P.T.T. De commandoposten der Vak Cn. werden bepaald en de verbindingen daarheen werden zoveel mogelijk geregeld via P.T.T.lijnen. De C.-Vbd.A. van de Peel Div. meldt, dat hij, te 23.00 te Tilburg aankomende, aldaar opdracht ontving, de in het automatengebouw van de telefoondienst te vesti gen cp. telefonisch te verbinden met twee lijnen, één op Erp en één op Maarheeze. Hiermede was echter, zoals zal blijken, geen goede verbinding met de Vak Cn. verkregen, hetgeen de bevelvoering heeft bemoeilijkt. C.-2 R.H.M. ontving opdracht, op Vught terug te trekken. C.-Peel Div. vertrok 11 Mei te 1.00 naar Tilburg. C.-Vak Weert heeft het bevel voor de terugtocht, waarin zijn troepen niet recht streeks waren betrokken, niet ontvangen en hij heeft van de terugtocht eerst kennis gekregen, toen zijn linkervleugel contact kreeg met troepen van Vak Asten aan de Zuid-Willemsvaart. Alvorens verder de gebeurtenissen te beschrijven, dient te worden medegedeeld, dat de O.L.Z. vóór 10 Mei er van op de hoogte was, dat Franse troepen naar Ne derland zouden opmarcheren, doch vrijwel zekerheid had, dat deze niet naar de Peel-Raamstelling zouden oprukken, terwijl omtrent het vermoedelijk tijdstip van aankomst niets bekend was. Het feit, dat bevel was gegeven, ook op de naar België leidende wegen de vernielingen en versperringen uit te voeren, wijst er op, dat de O.L.Z. er niet op rekende, dat dit vóór aankomst van Duitse troepen het geval zou zijn. De gevolgen van de neutraliteitspolitiek deden zich dus onmiddellijk op 10 Mei gevoelen. In de morgen van 10 Mei had de Militaire Attaché te Parijs de O.L.Z. ervan in kennis gesteld, dat de Franse troepen hun eerste sprong zouden doen naar de lijn Antwerpen-Leuven en aldaar verder zouden beslissen. In de avond van 10 Mei te 21.45 (21.05 Ned. tijd), toen reeds Franse troepen 197

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 215