in Zeeland waren aangekomen, telefoneerde de Mil. Attaché aan het A.H.K., dat het in de bedoeling lag, het leger van Generaal Giraud zo spoedig doenlijk naar de streek Breda-Tilburg te brengen, in verband waarmede deze er op aan drong, dat de troepen, die de Peelstelling bezetten, eventueel naar het westen zouden terugtrekken en dat deze troepen verband zouden opnemen en onderhou den met zijn leger. De C. in Zeeland had in de loop van de middag gemeld, dat Franse troepen in Zeeuwsch-Vlaanderen waren aangekomen, dat de divisiecommandant in Middel burg was en dat de divisie (een gemotoriseerde) naar Walcheren werd overgezet, om haar mars naar Noord-Brabant te vervolgen De D.C. was volgens C.Z. niet genegen, te voldoen aan de door hem in opdracht van de O.L.Z. uitgeoefende aandrang om een detachement naar de Moerdijkbrug te zenden. C.-Peel Div. is door de O.L.Z. ter zake ingelicht en uit het door hem met de C. van de operatieve sectie van het A.H.K. gevoerde telefoongesprek bleek hem, dat samenwerking met de Fransen niet geregeld was en zijnerzijds diende plaats te hebben. Uit het verloop der gebeurtenissen zal blijken, dat het zeer gewenst was geweest, dat een hogere verbindingsofficier in Noord-Brabant aanwezig was. De Vak Cn. in de Peel-Raamstelling hebben in de morgen van 10 Mei medede ling van C.-Peel Div. ontvangen, dat Franse hulp in aantocht was. C.-Peel Div. had toen optimistische verwachtingen omtrent tijdige Franse ver sterking in de Peel-Raamstelling. Zelfs Cn. van Maasbataljons hebben bericht van versterking met Franse troepen ontvangen. In de avond van 10 Mei kwam de Franse lieutenant de Saint-Hubert als in lichtingsofficier bij Goirle over de grens. Hij werd via de cp. van C.-G.B.J. te Oisterwijk naar de cp. van C.-Peel Div. (te Vught) gebracht. In hoeverre zijn ge gevens inzicht in de Franse plannen gaven, is niet bekend. Bij het verplaatsen van de cp. naar Tilburg had C.-Peel Div. dus wel enige wetenschap omtrent de opmars van Franse troepen, doch een duidelijk inzicht in hun voornemens had hij niet. C.-Peel Div. was er mede op de hoogte, dat 6 G.B. bij Moerdijk in gevecht was met de Duitse parachutisten. In hoeverre hem bekend was, dat 3 G.B., na aankomst te Willemstad, bevel had ontvangen, zich naar Beijerland te begeven, blijkt niet uit de gegevens. Het derde bataljon, dat front-zuid stond opgesteld, nl. G.B.J., stond onder bevel van C.-Peel Div. Het schijnt, dat feitelijk niet geregeld was, wat er bij een aanval uit het O. met dit bataljon moest geschieden. Het bataljon bevond zich op 10 Mei met de staf te Oisterwijk, le Comp. te Tilburg, 2e Comp. te Eindhoven, 3e Comp. 198 i) in Hoofdstuk IV sub b is de Franse opmars beschreven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 216