in de looppas op de kazematten 526, 527, 528, 529 en 531, die zonder slag of stoot in de rug werden genomen. Daarna werden de kazematten tot 522 opgerold. Vol gens de verklaring van enige bewoners ter plaatse geschiedde een en ander te onge veer half acht en betrof het hier een 300-tal Duitse soldaten, die o.m. een bos perceel ten N. van de spoorbaan bij pl. 33 zouden hebben bezet. De troepen van 1-3 R.I. wisten zich noordelijk van de spoorbaan in de rand der bedekte terreinen te handhaven. C.-M.C.-I-3 R.I. liet 2 zware mitrailleurs, die niet in kazematten waren opge steld, verplaatsen naar zijn cp., die zich in het vak van de le Comp. bevond J) en stelling nemen. Deze cp. bleek al spoedig niet meer te bereiken. De onderneming in de richting van de kunstweg VolkelMill nabij pl. 34 De scheidingslijn tussen 1-3 R.I. en II-2 R.I. (van Vak Erp) sneed de kunstweg bij pl.33.7. Nabij die weg bevonden zich: - in kazematten 518 en 520 en in een aarden gevechtsopstelling ten N. van de weg een sectie zware mitrailleurs van M.C.-I-3 R.I., onder bevel van een res. le luitenant; - ten Z. van de kunstweg aan het Defensiekanaal een sectie van 3-1-3 R.I.,onder bevel van een res. le luitenant; - ongeveer een km meer westwaarts op de kunstweg in de stoplijn van II-2 R.I. de le Sectie van de 2e Bt. 6 veld, onder bevel van een res. 2e luitenant. Omstreeks 6.00 ontving de C. der sectie zw.mitr. van een boerenjongen bericht, dat zich bij de spoorlijn UdenMill Duitse troepen bevonden, die zich in de richting van zijn opstellingen bewogen. De luitenant schoof zijn karabijnschutters als noordelijke dekking in de boomgaarden vooruit. Na enige tijd rukten Duitse troepen van noord naar zuid op door loopgraven, welke zich tussen pl.32 aan de spoorbaan en pl. 34 aan de kunstweg bevonden. Zij vielen de sectie aan, waarvan delen krijgsgevangen werden gemaakt. Bij een ontvluchtingspoging werd een soldaat gedood, doch de sectiecommandant ontkwam en deelde aan de C. der sectie 6 veld mede, dat zijn sectie in de pan was gehakt. De C. der sectie 6 veld is daarop onverwijld naar zijn bataljonscommandant ge gaan, om de beschikking te vragen over enige mitrailleurs. Deze werden hem toe gewezen, doch moesten uit de stelling van II-2 R.I. worden gehaald, hetgeen lang duurde. Hij kwam ten slotte met twee zware en twee lichte mitrailleurs op zijn post terug, waar hij de toestand in zoverre gewijzigd vond, dat de voorhoede van 2 R.H.M. was aangekomen. 204 x) Merkwaardig genoeg bevond zich de cp. van C.-leComp. ver achterwaarts.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 222