Hij had daardoor des morgens zelf de treinen zien passeren en te 5.15 het dérail lement van de pantsertrein waargenomen. Hij had zijn kazematbezettingen intact gelaten, doch een ondersteuningssectie 90° van front doen veranderen ter dekking van zijn zuidelijke flank. Voorts had hij enige malen verband opgenomen met de bezetting van Ruïne Kapelhof. Bij 1-6 R.I. was het volgende gebeurd (zie schets/kaart Nr. 9b). De morgen was hier rustig verlopen. Enkele laagvliegende vliegtuigen waren nu en dan boven de stelling verschenen. Het vernielen van de jukken der afgebroken houten bruggen over het Defensie kanaal, dat met springmiddelen moest geschieden, had niet meer plaats kunnen vinden, behoudens bij één brug. Aangezien de brugliggers en brugdekken niet waren weggevoerd, is het later de vijand zeer gemakkelijk gevallen, de bruggen weer te herstellen. C.-I-6 R.I. had, evenals de andere B.Cn., mededeling van de Vak C. ontvangen, dat Franse hulp in aantocht was. Van C.-I-3 R.I. had hij gegevens over de toe stand W. van Mill verkregen. Te ongeveer 12.00 was hem bekend, dat delen van de Maaslinie waren gevallen en dat 4-2 R.H., dat tussen Maas en Peelstelling stond opgesteld, terugging. Posten en wachten waren uit het voorterrein teruggenomen en kleine afdelingen van 11-26 R.I. waren binnen de stelling gekomen. De burgerbevolking van Mill en Bruggen was 's morgens geëvacueerd naar Wanroy, resp. Zeeland. Bruggen werd te 11.00 ontruimd, hetgeen juist op tijd was. In de loop van de morgen had de autotrein nog aanvulling van munitie en van de zozeer nodige handgranaten gebracht. C.-3-I-6 R.I. ontving tegen 13.00 van een uitkijkpost bericht, dat beweging in het voorterrein werd waargenomen en dat de vijand naderde. Volgens verklaringen van inwoners zijn de eerste Duitse troepen te omstreeks 13.00 voor de stelling gekomen over het Kasteel van Tongelaar bij het noordelijke einde van het Defensiekanaal en bij Bruggen, alsmede over de wegen van Beers en Haps naar Mill1). De vijand bracht te ongeveer 16.00 de gevechtsaanraking tot stand met vooruit geschoven afdelingen tegenover de kazematten 33 t/m 38 en met een zwakkere afdeling nabij Bruggen. Onze lichte mitrailleurs uit de kazematten en de meer achterwaarts opgestelde zware mitrailleurs beantwoordden het vuur. Telkens verschenen verkennende, laag vliegende vliegtuigen boven de stelling en vuur van een zware mitrailleur werd ontvangen, die op de kerktoren van Mill was opgesteld. Deze mitrailleur, die ook bij andere onderdelen door zijn vuur zeer 213 l) Vergelijk de Duitse gegevens op blz. 217 en 229.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1953 | | pagina 231