terugtrok, hetgeen onjuist was. De terugtocht is daarop voortgezet. De C.C. be
vond zich in een opstelling van een reserve-sectie, geïsoleerd van zijn voor
sectiën (tot 23.00).
Van 2-1-3 R.I., waar de troepen zeer rustig hun plicht hadden gedaan en waar
alle Duitse aanvalspogingen in de richting van het kanaal op besliste wijze waren
afgeslagen, trokken na het luchtbombardement verschillende groepjes terug.
De C.C. verzamelde alle beschikbare manschappen en heeft getracht, op de Vil-
heide een nieuwe positie in te nemen. Daarbij werd echter hevig mitrailleurvuur
ontvangen, terwijl even daarna Duitse troepen het groepje omsingelden en ge
vangen namen.
Tegelijkertijd werd de kanaalstelling noord van kazemat 534 uit het zuiden
opgerold.
Voor de gebeurtenissen bij 3-I-R R.I. wordt verwezen naar het gestelde bij 2
R.H.M.
C.-I-3 R.I. had juist vóór het bombardement de cp. van C.-le Comp. verlaten.
Na het bombardement op zijn eigen cp. terugkerende, bleken de verbindingen
met de compagnieën te zijn verbroken, waarvan de B.C. nog te 20.30 bericht
zond aan de Vak C. Hij verklaart, dat kort na het invallen van de duisternis het
vuren ophield. Het lot van 1 en 2-1-3 R.I. was toen beslist.
De verbinding met C.-Vak Schaijk werd daarna te ongeveer 21.00 verbroken
en de B.C. bracht met zijn staf de nacht door op zijn commandopost.
C.-3e Comp. is te 19.00 met zijn commandogroep uit het bosje, waarin hij de
gehele dag geïsoleerd is geweest, weggetrokken in westelijke richting. Na een kort
vuurgevecht met Duitse patrouilles, waarvoor de commandogroep stelling nam
langs de spoorbaan, werd te 22.30 Volkel bereikt, waar van een luitenant van
H-2 R.I. werd vernomen, dat de Peel-Raamstelling te 24.00 moest worden ont
ruimd. De kapitein heeft zich toen met zijn groep bij II-2 R.I. aangesloten.
C.-le Comp. had in zijn geïsoleerde cp. contact met C.-III-20 R.A. en be
merkte te 23.00, dat de artillerie naar Zeeland vertrok. Daarop vertrok hij eveneens
naar die plaats, waar hij van een motorordonnans vernam, dat het bataljon moest
terugtrekken. Hij overtuigde zich niet, of dit bericht de B.C. reeds had bereikt,
doch wachtte af. Toen noch de B.C., noch de andere C.Cn. verschenen, heeft
hij zich naar 's-Hertogenbosch begeven.
Daarna vond hij te 6.30 te Vught een aantal mannen van 1-3 R.I., die hij onder
zijn bevel nam en waarmede hij zich op aanwijzing van een onbekende naar Tilburg
begaf.
1-6 R.I.
Na het bombardement zijn enkele kleine groepjes teruggevloeid; het gros bleef
evenwel op zijn post, zoals blijkt uit het getuigenis van C.-3-I-6 R.I., die na het
218